Hulsbergen

Werkgeversaansprakelijkheid in het betaald voetbal

Werkgeversaansprakelijkheid in het betaald voetbal 853 650 Ekelmans Advocaten
Werkgeversaansprakelijkheid in het betaald voetbal
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Advocaat Diederik Hulsbergen bespreekt in dit artikel een geschil over werkgeversaansprakelijkheid. In een uitspraak wijst de KNVB-arbitragecommissie 900.000 euro schadevergoeding van werkgever AFC Ajax N.V. voor de kruisbandblessure van profvoetballer Labyad af. Waar moet je als (de aansprakelijkheidsverzekeraar van) een betaald voetbalorganisatie rekening mee houden als het aankomt op dergelijke aansprakelijkheidsclaims? Diederik beantwoordt deze vraag aan de hand van relevante componenten van zorgplichtschending.

Een blessure onder werktijd is niet vanzelfsprekend het gevolg van een zorgplichtschending door de sportwerkgever

Op 3 februari 2023 wees de KNVB-arbitragecommissie voor het eerst vonnis in een geschil over werkgeversaansprakelijkheid. Profvoetballer Labyad vorderde bijna 900.000 euro schadevergoeding van werkgever AFC Ajax N.V., vanwege een kruisbandblessure die hij opliep tijdens een voetbaltraining. De arbitragecommissie wijst zijn vordering af.

Met een analyse van deze uitspraak bespreekt advocaat Diederik Hulsbergen waarmee (de aansprakelijkheidsverzekeraar van) een betaald voetbalorganisatie rekening moet houden als het aankomt op dergelijke aansprakelijkheidsclaims. Daarbij gaat hij dieper in op enkele relevante componenten van zorgplichtschending die de arbitragecommissie niet bespreekt.

Deze bijdrage van advocaat Diederik Hulsbergen verscheen eerder in de juni-editie van Beursbengel

Meer weten over aansprakelijkheid?

Omdat de financiële gevolgen van een aansprakelijkstelling groot zijn, wilt u als verzekeraar juridisch alles goed regelen. Als uw juridische afdeling met complexe of zeer gespecialiseerde vragen te maken krijgt, bieden onze gespecialiseerde advocaten uitkomst.
Wij treden op voor verzekeraars, hun verzekerden en andere professionele partijen, zowel in discussies over aansprakelijkheid als over dekking. Wij procederen als het moet, maar voorkomen een procedure als dat kan.

Auteur

Diederik Hulsbergen behandelt als advocaat uiteenlopende verzekeringsrechtelijke kwesties. Zo houdt hij zich bezig met beroepsaansprakelijkheid en met verzekeringsvraagstukken op het gebied van (zorg)verzekeringsfraude en polisvoorwaarden.

Valt oplichting onder de dekking van een aankoopverzekering?

Valt oplichting onder de dekking van een aankoopverzekering? 600 399 Ekelmans Advocaten
dekking aankoopverzekering creditcard
Leestijd: 5 minuten
Lesedauer: 5 Minuten
Reading time: 5 minutes
Expertise:

Een consument koopt een videokaart en probeert deze met winst te verkopen, maar wordt hierbij opgelicht. Hij heeft een aankoopverzekering en wenst uitkering van zijn schade. Verzekeraar Chubb wijst vergoeding van het aankoopbedrag af, omdat alleen de risico’s van diefstal en verlies gedekt zijn. De verzekerde stapt naar het Kifid (Klachteninstituut Financiële Dienstverlening), maar deze stelt de verzekeraar in het gelijk.

[1] HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793, Chubb/Europoint
Diederik Hulsbergen licht de zaak toe.

Waarop wil de consument aanspraak maken?

Een consument heeft een videokaart gekocht met zijn creditcard. Aan deze creditcard zit een aankoopverzekering gekoppeld, die dekking biedt tegen de risico’s van verlies, beschadiging of diefstal van goederen die zijn bestemd voor privégebruik. Enkele dagen na aanschaf heeft de verzekerde de videokaart doorverkocht via Facebook Marketplace. Daarbij heeft de koper op zijn telefoon aan de consument laten zien dat hij de overeengekomen koopprijs overmaakte via zijn bank-app. De verzekerde heeft de betaling vervolgens niet daadwerkelijk ontvangen en doet bij de politie aangifte van oplichting. Vervolgens wil hij bij Chubb aanspraak maken op vergoeding van de schade die hij door de oplichting heeft geleden. De verzekeraar wijst de vergoeding af, omdat oplichting niet onder de dekking van de verzekering valt.

Valt oplichting onder de dekking van een aankoopverzekering?

De verzekerde neemt geen genoegen met de dekkingsafwijzing. Volgens hem is er sprake van diefstal in de zin van de polisvoorwaarden. Daarbij voert de verzekerde aan dat de koper zich de videokaart wederrechtelijk heeft toegeëigend in de zin van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Doordat betaling uiteindelijk niet heeft plaatsgevonden, zou de videokaart nog steeds het eigendom van de verzekerde zijn. Onder verwijzing naar de Van Dale denkt de verzekerde dat zijn schade ook gedekt is als ‘verlies’ in de zin van de polisvoorwaarden. De verzekerde stelt zich op het standpunt dat uit dekking voor ‘verlies, diefstal en beschadiging’ volgt dat een brede dekking is beoogd, zodat oplichting daar ook onder valt.

“Of de schade van de consument onder de dekking van de aankoopverzekering valt, hangt af van wat in de verzekeringsvoorwaarden is bepaald. De consument en de verzekeraar hebben niet onderhandeld over de voorwaarden van de aankoopverzekering. Dan geldt dat de uitleg van die voorwaarden met name afhankelijk is van objectieve factoren, zoals de bewoordingen waarin de voorwaarden zijn gesteld, gelezen in het licht van de verzekeringsvoorwaarden als geheel”, aldus de geschillencommissie.

‘Verlies’ en ‘diefstal’ te ruim uitgelegd

Allereerst staat de commissie stil bij welke betekenis er aan ‘de polisvoorwaarden als geheel’ toekomt. Er wordt daarbij benadrukt dat het gaat om een aankoopverzekering. Deze biedt dekking voor het risico dat de verzekerde door een onverwachte gebeurtenis zelf geen gebruik meer kan maken van de aangekochte zaken. De aankoopverzekering is geen verkoopverzekering, waardoor de verzekeraar geen dekking beoogt te bieden voor het risico verbonden is aan de verkoop van zaken. Dit laatste is in de situatie van de verzekerde juist wel het geval: de verzekerde is opgelicht bij de verkoop van de videokaart.

Daarnaast is er geen sprake van diefstal. De verzekerde had met de koper een koopovereenkomst gesloten. De koper had dus toestemming de videokaart in zijn bezit te verkrijgen. De geschillencommissie oordeelt: “De Van Dale definieert ‘stelen’ als ‘iets van een ander wegnemen om het voor zichzelf te houden’. De verzekerde heeft de videokaart vrijwillig afgestaan aan de koper in de veronderstelling dat de koopprijs was betaald. De koper had dus toestemming om de videokaart mee te nemen. Alleen al gelet hierop is de videokaart niet ‘weggenomen’ door de koper en is dus ook geen sprake van ‘diefstal’”.

Ook de stelling dat er sprake zou zijn van ‘verlies’ van de videokaart gaat voor de geschillencommissie niet op. Nu de verzekerde is opgelicht bij de verkoop van de videokaart is duidelijk dat hij de videokaart niet ongemerkt is kwijtgeraakt. Hij kan dus geen beroep doen op dekking voor ‘verlies’ van de videokaart onder de aankoopverzekering.

Subjectieve en objectieve uitlegmethode

Er bestaan grofweg twee manieren om een bepaling uit te leggen, indien partijen het over de inhoud daarvan oneens zijn. De Hoge Raad heeft de subjectieve uitlegmethode (de Haviltex-norm) ontwikkeld waarbij de individuele partijbedoeling en redelijke verwachting tussen partijen centraal staan. Ook is er een objectieve uitlegmethode (de cao-norm) ontwikkeld voor bepalingen die uniform gelden voor meerdere partijen en waarover dus niet met individuele wederpartijen onderhandeld pleegt te worden. De objectieve uitlegmethode is in het Chubb/Europoint-arrest[1] nader geconcretiseerd voor verzekeringsovereenkomsten. Hieruit volgt dat de uitleg van polisvoorwaarden met name afhankelijk is van objectieve factoren, zoals de bewoording van de desbetreffende bepaling, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel. Bij twijfel over de betekenis van de bewoording gaat echter de voor de verzekerde meest gunstige uitleg voor, de zogenaamde ‘contra proferentem-regel’ (artikel 6:238 lid 2 BW).

In dat geval zou volgens de verzekerde de verzekeraar met het hanteren van de termen ‘verlies, diefstal en beschadiging’ de bedoeling hebben gehad om een brede dekking te bieden.

Het oordeel van de geschillencommissie

In deze kwestie is sprake van een bepaling die uniform voor verzekerden geldt. Een objectieve uitleg, rekeninghouden met de contra proferentem-regel, ligt dus voor de hand. De geschillencommissie kijkt voor de uitleg van de bepaling dan ook terecht naar de definities van de termen ‘diefstal’ en ‘verlies’. Aan de hand daarvan oordeelt de geschillencommissie dat de verzekerde deze gehanteerde termen te ruim uitlegt door hier de gevolgen van oplichting bij verkoop in te lezen. Door de definities te lezen in het licht van de overeenkomst als geheel (het betreft hier een aankoopverzekering, geen verkoopverzekering, aldus de commissie), houdt de commissie vast aan de uitlegmethode uit het Chubb/Europoint-arrest.

De geschillencommissie gaat niet verder in op de contra proferentem-regel. Deze regel is met name van toepassing wanneer er niet objectief kan worden bepaald welke betekenis aan een bepaling toekomt. In dit geval kon de geschillencommissie dat aan de hand van het definiëren van de termen wél bepalen, gelezen in het licht van de voorwaarden als geheel. Toepassing van deze voorkeursuitleg is daarom overbodig. De geschillencommissie beslecht dit geschil correct in lijn met het Chubb/Europoint-arrest. De uitspraak is bindend. Lees de uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (kifid).

[1] HR 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793, Chubb/Europoint.

Deze bijdrage van advocaat Diederik Hulsbergen verscheen eerder (in gewijzigde vorm) op AMweb.

Meer weten over verzekeringsrecht?

U acteert in een snel veranderende wereld. Onze verzekeringsspecialisten kennen de details van uw markt. Uw werkterrein laat zich niet in één activiteit of in één juridisch deelgebied vangen. Daarom staan advocaten met verschillende aandachtsgebieden klaar om u te adviseren.

Ons team Verzekering behartigt de belangen van grote en gespecialiseerde verzekeraars en hun verzekerden. Wij houden ons bezig met aansprakelijkheidsrecht en verzekeringsrecht in de breedste zin van het woord en werken voor zorgverzekeraars, schadeverzekeraars en levensverzekeraars.

Auteur

Diederik Hulsbergen behandelt als advocaat uiteenlopende verzekeringsrechtelijke kwesties. Zo houdt hij zich bezig met beroepsaansprakelijkheid en met verzekeringsvraagstukken op het gebied van (zorg)verzekeringsfraude en polisvoorwaarden.

Kan een profvoetballer zijn werkgever aansprakelijk stellen voor het oplopen van hersenschade?

Kan een profvoetballer zijn werkgever aansprakelijk stellen voor het oplopen van hersenschade? 1991 2550 Ekelmans Advocaten
Voetbal kopstoot
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Medisch onderzoek wijst uit dat ongeveer 20% van de voetbalblessures opgelopen tijdens wedstrijden bestaat uit hersenschuddingen. Als beroepsvoetballer heb je een arbeidsovereenkomst met de club waarvoor je speelt. De centrale vraag in deze bijdrage van Diederik Hulsbergen, gepubliceerd in Voetbal- & Sportjuridische Zaken is: in hoeverre kunnen profvoetballers die letselschade lijden door het oplopen van acute hersenschade door de uitoefening van hun sportwerkzaamheden, deze schade succesvol verhalen op hun werkgever? M.a.w. is er sprake van werkgeversaansprakelijkheid voor de voetbalclub?

Op grond van artikel 7:658 BW geldt dat werkgevers de dwingendrechtelijke plicht hebben om dusdanige maatregelen ten behoeve van de veiligheid te nemen als nodig is om schade aan werknemers te voorkomen.

Wanneer werknemers toch schade oplopen door hun werkzaamheden, kunnen zij op grond van dit artikel hun werkgever daarvoor aansprakelijk stellen.

De vraag rijst hoe artikel 7:658 BW geïnterpreteerd moet worden in de situatie van een beroepsvoetballer, nu diens werkzaamheden naar hun sport-specifieke aard en inhoud zo anders zijn dan bij andere beroepen.

Meer weten over aansprakelijkheid?

Omdat de financiële gevolgen van een aansprakelijkstelling groot zijn, wilt u als verzekeraar juridisch alles goed regelen. Als uw juridische afdeling met complexe of zeer gespecialiseerde vragen te maken krijgt, bieden onze gespecialiseerde advocaten uitkomst.

Wij treden op voor verzekeraars, hun verzekerden en andere professionele partijen, zowel in discussies over aansprakelijkheid als over dekking. Wij procederen als het moet, maar voorkomen een procedure als dat kan.

Auteur

Diederik Hulsbergen behandelt als advocaat uiteenlopende verzekeringsrechtelijke kwesties. Zo houdt hij zich bezig met beroepsaansprakelijkheid en met verzekeringsvraagstukken op het gebied van (zorg)verzekeringsfraude en polisvoorwaarden.

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.