Taxichauffeurs van Uber vallen onder het ‘modern werkgeversgezag’

Taxichauffeurs van Uber vallen onder het ‘modern werkgeversgezag’

Taxichauffeurs van Uber vallen onder het ‘modern werkgeversgezag’ 2560 1707 Ekelmans Advocaten
Taxichauffeurs Uber
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes
Expertise:

Vorige week oordeelden drie kantonrechters van de Rechtbank Amsterdam dat de chauffeurs van Uber werken op basis van een arbeidsovereenkomst. Nadat het FNV eind vorig jaar al Deliveroo voor de kantonrechter sleepte met de vraag of haar bezorgers een arbeidsovereenkomst hebben, heeft zij nu ook platformbedrijf Uber voor de rechter gedaagd.

FNV vroeg de kantonrechters of de CAO Taxivervoer van toepassing was op de werkzaamheden van de chauffeurs die via de Uber app rijden. Om antwoord te geven op deze vraag moest onder andere worden gekeken of de chauffeurs een arbeidsovereenkomst hadden met Uber.

Marktplaats of arbeidsovereenkomst?

Uber vindt zichzelf geen werkgever, maar een technologiebedrijf dat zorgt dat chauffeurs en passagiers elkaar kunnen vinden via hun platform. Zij zouden dus alleen een marktplaatsfunctie hebben. De rechters volgden deze redenering van Uber niet. Chauffeurs moeten namelijk de door Uber eenzijdig opgestelde (en van tijd tot tijd gewijzigde) algemene voorwaarden accepteren. Als deze voorwaarden wijzigden moesten de chauffeurs de gewijzigde voorwaarden accepteren voordat zij de app weer konden gebruiken. De chauffeurs sloten dus overeenkomsten met Uber.

Modern werkgeversgezag

Of deze overeenkomst moet worden gekwalificeerd als arbeidsovereenkomst beoordelen de kantonrechters aan de hand van de criteria arbeid, loon en gezag (art. 7:610 BW).

In deze zaak speelt uiteindelijk, net als in de Deliveroo-zaak het criterium ‘gezag’ een sleutelrol. Volgens de rechters heeft in de huidige maatschappij het criterium ‘gezag’ een meer indirecte, vaak digitale controlerende invulling gekregen. De rechter noemt dit een ‘moderne gezagsverhouding’ en oordeelt dat daar in deze zaak sprake van is. Gebruik van de app is immers verplicht voor de chauffeurs en de voorwaarden die daarop van toepassing zijn worden eenzijdig door Uber opgelegd en bovendien van tijd tot tijd eenzijdig door Uber gewijzigd.

Het algoritme van de app bepaalt bovendien hoe de chauffeurs moeten rijden, welke prijs zij voor hun ritten krijgen en (aan de hand van de ‘rating’ van de chauffeurs) of zij in aanmerking komen voor lucratieve ritten. Bovendien kan Uber door achter de schermen ‘aan de knoppen’ te draaien van de app invloed uitoefenen op de app zelf. Volgens de kantonrechters is er dan ook sprake van een ‘moderne gezagsverhouding’ en dus hebben de chauffeurs een arbeidsovereenkomst.

Optreden tegen platformwerk

Deze zaak zou potentieel van grote invloed kunnen zijn op ander platformwerk. Elk platform is echter nét anders, waardoor de toetsing ook anders uit zou kunnen vallen. Tot nu toe heeft de rechterlijke macht echter steeds aangenomen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Ook onlangs bij Helpling.

Of (en op welke wijze) platformarbeid gereguleerd kan of dient te worden zou uiteindelijk een politieke kwestie kunnen worden. Op Europees niveau worden in ieder geval initiatieven ondernomen om platformarbeid aan banden te leggen. Deze week is door het Europees Parlement gestemd over een maatregel waardoor platformmedewerkers automatisch werknemer worden en het platform naar de rechter moet stappen als zij zich daar tegen wil verzetten. Eind dit jaar zal de Europese commissie een wetgevend initiatief over platformwerk presenteren.

Tegen de Deliveroo-uitspraak is inmiddels cassatieberoep ingesteld. Uber heeft ook aangegeven in beroep te gaan tegen deze uitspraak vanwege de verstrekkende gevolgen daarvan. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd!

Contact

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.