Categorie actueel

Uitspraak Hoge Raad: Booking.com is een reisagent

Uitspraak Hoge Raad: Booking.com is een reisagent 2560 1707 Ekelmans Advocaten
casus booking
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Booking.com moet zich mogelijk alsnog aansluiten bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche. Volgens de Hoge Raad bemiddelt Booking.com bij het tot stand komen van reisovereenkomsten. Zij is daarmee een reisagent.

David de Knijff en Marieke van der Keur hebben deze visie namens het pensioenfonds bij de Hoge Raad verdedigd. En met succes.

Booking.com heeft zich nooit aangesloten bij het pensioenfonds voor de reisbranche en premies afgedragen. Het bedrijf ziet zichzelf als een ‘onlinereserveringsplatform’ en niet als een reisagent.
De Hoge Raad oordeelt echter anders en verwijst de zaak voor verdere behandeling naar het gerechtshof in Den Haag. Daar zal verder moeten worden beoordeeld of Booking zich moet aansluiten bij het pensioenfonds.

Zie voor meer informatie het persbericht van de Hoge Raad.

Contact

25 maart 2021: Ransomware attacks: an ongoing threat

25 maart 2021: Ransomware attacks: an ongoing threat 2362 1696 Ekelmans Advocaten
ransomware attacks
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Schrijf je nu in voor het webinar ‘Ransomware attacks: an ongoing threat’, 25 maart 2021 van 16.00 tot 17.00 uur (CET).

Bedrijven krijgen steeds meer te maken met ransomware. Het is niet zozeer de vraag óf je onderneming slachtoffer wordt, maar eerder wanneer dat gaat gebeuren. Hoe wapen je jouw bedrijf tegen ransomware? Mocht je eenmaal slachtoffer zijn geworden, hoe ga je dan om met het betalen van losgeld? En moet dat losgeld door de verzekering worden gedekt?

Deze en andere vragen komen aan de orde tijdens het webinar ‘Ransomware attacks: an ongoing threat”. Sprekers vanuit verschillende landen belichten dit thema vanuit hun eigen jurisdictie. Anne-Mieke Dumoulin-Siemens van Ekelmans & Meijer geeft tussen 16:00 en 17:00 uur (CET) inzicht in de Nederlandse en Europese regels en adviezen op dit gebied.

Schrijf je hier in voor dit webinar.

Contact

Chambers Europe: mooie ranking voor onze Insurance praktijk

Chambers Europe: mooie ranking voor onze Insurance praktijk 1640 978 Ekelmans Advocaten
Chambers 2021 logo Ekelmans
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

De toonaangevende internationale gids Chambers Europe heeft Ekelmans & Meijer opnieuw een mooie notering gegeven in de lijst met de beste Nederlandse advocatenkantoren op het gebied van Verzekeringsrecht.

Haar aanbeveling:

“Renowned for its litigation expertise and has a long track record advising on high-profile cases before the Supreme Court. Particularly well known for its experience regarding healthcare insurance matters. Has a broad liability practice, covering professional, D&O and general liability concerning construction, property and marine damage.

One client highlights that the team provides “accurate and efficient” services.
Another client adds that the lawyers “work thoroughly and they know the business very well.”

Jan Ekelmans wordt door Chambers speciaal aanbevolen. Chambers schrijft over Jan:
Jan Ekelmans has notable experience advising healthcare insurers. He also assists with professional indemnity claims and D&O liability claims. He is noted as “the driving force of the team” by one source, while a client enthuses: “He is very clever, witty and quick.”

Meer over de Chambers-ranking van Ekelmans & Meijer kunt u vinden op de website van Chambers and Partners.

Contact

Aktueel

Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk maart 2021

Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk maart 2021 1000 465 Ekelmans Advocaten
Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes

Voor advocaten die op de hoogte willen worden gehouden van procesrechtelijke kwesties is er de Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk geschreven door onze sectie Cassatie. De nieuwsbrief Civiele Procespraktijk verschijnt vier keer per jaar.

Deze nieuwsbrief brengt u op de hoogte van belangrijke uitspraken van de Hoge Raad. Aan- of afmelden voor de nieuwsbrief kan via cassatie@ekelmansadvocaten.com

In deze nieuwsbrief vindt u de volgende onderwerpen:

  • Grensoverschrijdende mediation stuit de verjaring
  • Advocaat kan zelf bewijsbeslag leggen bij schending van zijn verschoningsrecht
  • Verwijzing naar de schadestaat ook bij borgtocht

Grensoverschrijdende mediation stuit de verjaring

(HR 19 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:274)

  • B woont in België. Na een problematische aandelenverkoop, sluit hij een Vaststellingsovereenkomst (‘VSO’) met ASR. In 2011 ontdekt B dat hij mogelijk gedwaald heeft. B stelt dat hij ASR in 2014 heeft aangemaand in de zin van art. 3:317 BW. Vanaf 21 januari t/m maart 2015 vindt mediation plaats tussen partijen. Dit loopt op niets uit. Op 14 augustus 2015 dagvaardt hij ASR en vordert de VSO te vernietigen wegens dwaling.
  • Het hof oordeelt dat de vordering is verjaard. De mediation heeft geen stuitende werking, omdat het geen daad van rechtsvervolging is ex art. 3:316 BW.
  • De Hoge Raad vernietigt en wijst op de Wet Implementatie RL 2008/52/EG. Deze wet implementeert de Mediationrichtlijn. Deze richtlijn geldt alleen voor grens­overschrijden­de geschillen en heeft tot doel mediation te bevorderen.
  • Voorkomen moet worden dat partijen vanwege het verjaringsrisico afzien van mediation. Art. 6 lid 1 van de Implementatie­wet bepaalt daarom dat mediation de verjaring van een rechtsvordering stuit. Ook begint de dag nadat een mediation is geëindigd, een nieuwe verjaringstermijn. Deze termijn is gelijk aan de oorspronkelijke, maar niet langer dan drie jaar.
    Dit betekent volgens de HR dat bij een vordering tot vernietiging, de aanvang van een grensoverschrijdende mediation op één lijn kan worden gesteld met een daad van rechts­vervolging (art. 3:316 lid 1 BW). Ook wordt de verjaring van een rechtsvordering gestuit door aanvang van zo’n mediation binnen zes maanden na aanmaning (art. 3:317 lid 2 BW). Nu vaststond dat B in België woonde, had het hof deze regels moeten toepassen op grond van art. 25 Rv.

Advocaat kan zelf bewijsbeslag leggen bij schending van zijn verschoningsrecht

(HR 19 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:273)

  • Het Openbaar Ministerie (OM) neemt e-mailcorrespondentie in beslag tussen een verdachte en haar advocaten. Onder het verschoningsrecht vallende mails zijn ten onrechte vrijgegeven aan het onderzoeksteam.
  • Om de omvang van de schending van hun verschoningsrecht aan te tonen, leggen de advocaten zélf bewijsbeslag onder het OM. De Staat vordert in kort geding opheffing. Volgens de Staat vormt de schending van het verschonings­recht geen aantasting van ‘een eigen recht’ van de advocaten. Hun komt daarom geen vordering toe, waarvoor zij bewijsbeslag kunnen leggen.
  • Het hof handhaaft het beslag.
  • De Staat stelt cassatieberoep in.
  • De Hoge Raad verwerpt dit beroep. Het verschoningsrecht is van fundamenteel belang voor een goede rechtsbedeling. Het stelt een advocaat in staat zijn taak als raadsman naar behoren te vervullen. Daarom kan een advocaat zélf opkomen tegen een schending daarvan, in het bijzonder op grond van onrechtmatige daad. Hij kan een verklaring voor recht vorderen over de omvang van de schending, of een verbod vragen op verdere schendingen. Ook kan hij schadevergoeding claimen. De Hoge Raad merkt op dat deze vorderingen de advocaat niet toekomen ten behoeve van zijn cliënt. Voor zover de belangen van de cliënt worden getroffen door de schending, zal deze daartegen zelf in rechte moeten opkomen.

Verwijzing naar de schadestaat ook bij borgtocht

(HR 8 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:38)

  • Taxibedrijf X wint een gemeentelijke aanbesteding voor taxivervoer. De Holding van X stelt zich garant voor de nakoming. X gaat failliet. De Gemeenten vorderen veroordeling van de Holding tot vergoeding van de schade, nader op te maken bij staat. Het hof wijst de vordering toe.
  • In cassatie klaagt X dat volgens art. 612 Rv de schadestaatprocedure alleen kan worden toegepast op wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding, maar niet indien uit een rechtshandeling (zoals de borgtocht) een primaire verplichting tot schade­vergoeding voortvloeit en deze niet wordt nagekomen.
  • De Hoge Raad legt art. 612 Rv. ruim uit en verwerpt het cassatieberoep. De verplichting van de Holding als borg tot betaling van schadevergoeding is hier dezelfde verplichting tot schadevergoeding die Taxibedrijf X had wegens niet-nakoming. Gelet op die verbondenheid brengt een redelijke en praktische wetstoepassing mee dat de verwijzing naar de schadestaat ook mogelijk is wanneer een borg wordt veroordeeld tot schadevergoeding ex art. 7:854 BW. De Hoge Raad aanvaardt daarmee een uitzondering op de regel in art. 612 Rv, dat een verwijzing in beginsel alleen mogelijk is bij wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding.

Heeft u vragen over deze onderwerpen, neem dan contact met ons op. U kunt ons ook bellen voor een kort en informeel consult als u in een dossier ergens tegen aanloopt dat u met ons wilt bespreken.

Contact

ILG Webinar week 22-26 maart 2021: zeven Insurance webinars

ILG Webinar week 22-26 maart 2021: zeven Insurance webinars 1760 602 Ekelmans Advocaten
ILG webinar week
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes

Alle webinars focussen op wereldwijde thema’s uit de verzekeringswereld. De sprekers komen uit verschillende landen en belichten het thema vanuit hun eigen jurisdictie. Ook sprekers van Ekelmans & Meijer zullen aan een aantal webinars deelnemen.

We zien je graag online bij één van deze webinars!

ILG WEEK: Insurance claims Snapshots from around the Globe

Monday 22 March 2021 – 1:00 – 2:00 pm BST

How the ESG (Environmental, Social & Governance) agenda will revolutionise the insurance industry
Simon Colvin of Weightmans will talk about his firm’s own ESG journey and will provide insight into how the ESG agenda is starting to permeate day-to-day activities in the insurance, reinsurance and claims spaces. Dennis Tobin of Blaneys will provide the Canadian perspective exploring what Stakeholder Capitalism means and why it is so important to understand the influence of stakeholders other than shareholders.
Register here

Monday 22 March 2021 – 3:00 – 4:00 pm BST

Negligent security: Foreseeable crime/Believable risk
Unfortunately, criminal acts are prevalent in our society and create risk management challenges. Moreover, we are still often surprised at their scope, audacity and violence. In this webinar, counsel and an industry expert will discuss the legal foundations underpinning ‘negligent security’ claims, industry efforts to minimize risk, and examples of claims and problems arising for insurers and insureds in various international jurisdictions.
Register here

Tuesday 23 March 2021 – 3:00 – 4:00 pm BST 

COVID-19 Business interruption claims: Where are we now?
This session will explore the evolution of COVID-19 BI claims across international jurisdictions, highlighting the varying approaches taken by courts. Depending on the jurisdiction, there is enormous pressure on insurers to settle and pay claims, and pressure on adjusters to quantify them. Excessive delay in doing so may expose insurers to further claims for damages for late payment. The position and approach of the commercial policyholder and government and regulatory interventions to date will also be addressed.
Register here

Wednesday 24 March 2021 – 3:00 – 4:00 pm BST 

Survival and Revival: How the construction industry is embracing change to overcome recent challenges
Our experienced panel will reflect on the challenges faced by the construction sector in 2020, including the impact of these challenges, the drivers of change in 2021 and what the future may have in store for the industry and its insurers.
Register here

Thursday 25 March 2021 – 1:00 – 2:00 pm BST

Autonomous vehicles: The rise of the machines
An assessment of the current state of motor vehicle technology and the development of the micro-mobility market including an analysis of the issues that these vehicles pose in various jurisdictions.
Register here

Thursday 25 March 2021 – 3:00 – 4:00 pm BST

Ransomware attacks: An ongoing threat
Ransomware attacks continue to increase exponentially. Costs with dealing with these attacks have become more and more burdensome to businesses throughout the world. Fortune 500 companies, small retail shops, healthcare providers and both large and small municipalities have found themselves to be victims of cyber criminals. Our panel will discuss the current state of cyber attacks, how they are being responded to and ways in which both businesses and insurance carriers can work to prevent these losses in 2021 and beyond.
Register here

Friday 26 March 2021 – 3:00 – 4:00 pm BST 

Concussion litigation: It’s heading your way
Join our group of sports law practitioners from across the globe in a discussion of concussion-based litigation. The presentation will trace the history of related claims in North America and consider foreseeable trends in the U.K. and European countries.
Register here

For any questions regarding ILG Week please email info@insurancelawglobal.com.

About ILG
Insurance Law Global (ILG) is a multi-jurisdictional network of like-minded independent insurance defence law firms. Together, we are committed to helping clients respond to the challenges and opportunities presented by globalisation and the increasingly diverse needs of the insurance industry.

Contact

VoetbalTV en de AVG: is een commercieel belang een gerechtvaardigd belang?

VoetbalTV en de AVG: is een commercieel belang een gerechtvaardigd belang? 2560 1707 Ekelmans Advocaten
VoetbalTV en de AVG
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

Ook een puur commercieel belang kan een gerechtvaardigd belang zijn om persoonsgegevens te verwerken, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft zich lang op het standpunt gesteld dat een zuiver commercieel belang geen gerechtvaardigd belang kan zijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder f AVG. Dat standpunt vormde ook de basis voor een boete van € 575.000,– die de AP in 2020 aan VoetbalTV oplegde. De rechter is het niet met die uitleg eens en veegt de boete van tafel.

De Autoriteit Persoonsgegevens doet onderzoek naar de privacy van spelers en toeschouwers die zijn gefilmd door VoetbalTV. VoetbalTV is een videoplatform voor het amateurvoetbal. Zij maakt opnames van amateurwedstrijden voor voetbalclubs. De wedstrijden zendt VoetbalTV uit via haar app. Gebruikers van de app kunnen voetbalmomenten terugkijken, wedstrijden analyseren en gegevens verzamelen en delen met anderen. Het platform is in september 2020 failliet gegaan.

De AP concludeert dat VoetbalTV de filmbeelden van de voetballers niet had mogen uitzenden, omdat een rechtmatige grondslag voor de opnames en het verspreiden van deze beelden ontbreekt. De AP legt VoetbalTV daarom in november 2019 een boete van € 575.000,– op. VoetbalTV gaat in beroep bij de rechtbank Midden-Nederland. Die bestuursrechter heeft op 23 november 2020 uitspraak gedaan in deze zaak.

Voetbal TV is van mening dat zij een gerechtvaardigd commercieel belang heeft bij het verspreiden van de beelden. De rechtbank oordeelt dat een puur commercieel belang een gerechtvaardigd belang kán vormen voor het verwerken van persoonsgegevens (art. 6 lid 1-f AVG) en dus voor het maken van opnames en het verspreiden van de beelden. Dit volgt uit Europese rechtspraak.

De AP: een commercieel belang is geen gerechtvaardigd belang

Bij de vaststelling van wat een gerechtvaardigd belang is, hanteert de AP een strikte opvatting: een belang is slechts gerechtvaardigd als het in de wet of het ongeschreven recht is benoemd als ‘rechtsbelang’. Dit belang moet een min of meer dringend en specifiek karakter hebben dat uit een rechtsregel of rechtsbeginsel voortvloeit. Zuiver commerciële belangen en winstmaximalisatie missen een wettelijk karakter. Daarom kunnen die belangen volgens de AP nooit een gerechtvaardigd belang zijn. Deze beperkende definitie staat ook in de opinie die de AP in november 2019 publiceerde. De praktijk heeft zich kritisch uitgelaten over de opvatting van de AP. (Zie ‘Privacytoezichthouder neemt heel opmerkelijk afstand van marktwerking’, verschenen in het Financieel Dagblad en ‘Normuitleg AP inzake het gerechtvaardigd belang’, verschenen op Privacyweb.)

Volgens Voetbal TV is het speelveld veel breder: de verwerker van persoonsgegevens mag ieder belang nastreven, zolang dit maar niet in strijd is met de wet.

De Europese invalshoek

Uit het arrest ‘Fashion ID’ van het Hof van Justitie van de EU (ECLI:EU:C:2019:629)
blijkt dat het gerechtvaardigd belang volstrekt flexibel en open van aard is. Fashion ID verzamelde en deelde persoonsgegevens om zo goed mogelijk reclame te maken. Ook dat kan een gerechtvaardigd belang opleveren. Overweging 47 AVG stelt namelijk dat direct marketing een gerechtvaardigd belang kan zijn. Door zuiver commerciële belangen uit te sluiten, komen organisaties met een winstoogmerk nooit toe aan de belangenafweging waar de grondslag ‘gerechtvaardigd belang’ voor in het leven is geroepen. Daarnaast is vrijheid van ondernemerschap net als het recht op privacy een Europees grondrecht. Grondrechten moeten in concrete situaties tegen elkaar worden afgewogen. Het ene grondrecht prevaleert nooit per definitie boven het andere. In principe kunnen alle typen belang een gerechtvaardigd belang zijn. Dit bevestigt de European Data Protection Board (EDPB, de Europese moederorganisatie van de nationale privacy-autoriteiten) ook in zijn opinie. Niet alleen juridische, maar ook feitelijke, economische en ideële belangen kunnen dus gerechtvaardigde belangen zijn.

Wat haar gerechtvaardigd belang bij de verwerking van persoonsgegevens is, moet de verwerker zelf uitleggen. Hij moet daar ook feitelijk naar handelen.

De AP wordt ‘teruggefloten’

In de VoetbalTV zaak neemt de rechtbank de door het Hof van Justitie van de EU gehanteerde brede interpretatie van ‘gerechtvaardigd belang’ over uit de Fashion ID zaak. Dus: streeft de verwerker geen belang na dat in strijd is met de wet?

Volgens de rechtbank gaat de AP dan ook uit van een verkeerde interpretatie van het begrip ‘gerechtvaardigd belang’. Het op voorhand ‘buiten spel zetten’ van bepaalde belangen is volgens de rechtbank in strijd met EU-recht.

Bovendien is er volgens VoetbalTV weliswaar een commercieel belang, maar gaat het doel van het platform verder dan dat. Het verspreiden van de beelden is ook informatief en maakt de sport beschikbaar voor een breder publiek. Aan de hand van de door VoetbalTV gestelde doelen en de toelichting dat de verwerking noodzakelijk en proportioneel is, moet de AP alsnog beoordelen of VoetbalTV een gerechtvaardigd belang heeft bij het opnemen en uitzenden van de filmbeelden van voetballers.

Betekenis van deze uitspraak

De AP zal haar opvatting over wat een gerechtvaardigd belang is, moeten herzien. Deze uitspraak laat zien dat ook een puur commercieel belang een gerechtvaardigd belang kan zijn om persoonsgegevens te verwerken. Er hoeft dan geen toestemming te worden gevraagd voor de verwerking van persoonsgegevens. Dit is goed nieuws voor (commerciële) bedrijven. Zij hebben goede mogelijkheden om op basis van hun commerciële belangen reclame te maken of vergelijkbare activiteiten te verrichten en daarbij persoonsgegevens te verwerken. Zij zullen wél een gefundeerd verhaal moeten hebben bij de (voorgenomen) gegevensverwerking.

De termijn voor het instellen van hoger beroep bij de Raad van State is inmiddels verstreken. Ons is niet bekend of er hoger beroep is ingesteld, maar de kans dat in hoger beroep een andere lijn wordt ingezet is klein. De European Data Protection Board (EDPB) heeft op 2 september 2020 namelijk de conceptrichtsnoeren over het gericht benaderen (“targeten”) van social media gebruikers op zijn website gepubliceerd. Daarin handhaaft de EDPB zijn interpretatie van ‘gerechtvaardigd belang’: ook commerciële belangen kunnen gerechtvaardigde belangen zijn.

Vanuit onze Privacydesk zullen wij deze ontwikkelingen uiteraard nauwlettend volgen en u informeren zodra er nieuws is.

Auteur

Zaak in cassatie: nazorg geboden

Zaak in cassatie: nazorg geboden 820 453 Ekelmans Advocaten
Hoge Raad
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Cassatieadvocaten David de Knijff en Marieke van der Keur schreven voor het Advocatenblad het artikel “Zaak in cassatie: nazorg geboden”. In dit artikel pleiten zij ervoor dat de advocaat die een zaak in feitelijke instanties heeft behandeld, een actieve rol speelt bij het cassatietraject.

Aanleiding voor hun artikel is een uitspraak van het Hof van Discipline, die na een klacht van twee ouders tegen hun advocaat, oordeelt dat bij de gang naar de Hoge Raad de rol van de advocaat zich niet beperkt tot doorgeefluik aan een cassatieadvocaat en dat een proactiever handelen mag worden verwacht. David en Marieke bespreken in het artikel de uitspraak van het Hof van Discipline en leggen vanuit hun ervaring als cassatieadvocaat uit waarom en hoe de cliënt baat kan hebben bij een goede samenwerking tussen beide advocaten.

Voor een succesvolle cassatieprocedure is het volgens hen niet alleen van belang dat de advocaat de voorafgaande procedure toelicht en de cassatieadvocaat wegwijs maakt in het dossier. De cassatieadvocaat heeft voor het verdere verloop van de cassatieprocedure daarnaast veel voordeel als hij mogelijke kritiekpunten in een uitspraak kent.

Bovendien weten David en Marieke uit ervaring dat de advocaat als kritische meelezer van de stukken waardevolle suggesties kan doen, waardoor de zaak bij de Hoge Raad nog beter uit de verf komt.

Hun conclusie: Om de zaak op een hoger plan te brengen, moet de cassatieadvocaat op de schouders van de correspondent kunnen staan.

Auteurs

Kerstactie 2020: Dushi Huis

Kerstactie 2020: Dushi Huis 700 600 Ekelmans Advocaten
Kerstactie Dushi huis
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes
Expertise:

De medewerkers van Ekelmans & Meijer kiezen iedere kerst een goed doel waar ons kantoor zich voor een jaar aan verbindt. Iedereen mag een goed doel voorstellen, waarop vervolgens wordt gestemd. Op 17 december is tijdens het online kerstevent van Ekelmans & Meijer het doel met de meeste stemmen bekend gemaakt:

Stichting Dushi Huis kan aankomend jaar rekenen op onze steun.

Over Dushi huis

In November 2015 heeft het Dushi Huis Den Haag, aan de Strausslaan 400, haar deuren geopend voor de eerste bewoners. Op dit moment wonen er 7 kinderen, kinderen die al vaak vele (6-15) plaatsingen achter de rug hebben. Dushi Huis wil onvoorwaardelijk voor hen zorgen en deze kinderen mogen, anders dan in de reguliere jeugdzorg, tot hun 21-23e bij Dushi Huis blijven wonen. Dushi Huis is één van de weinige zorginstellingen die de kinderen deze onvoorwaardelijkheid geeft en is een voorbeeld in zorgland. Dat is de reden dat Stichting Dushi Huis Den Haag sinds 2012 deze kinderen wil blijven ondersteunen waar mogelijk.

De Stichting heeft het huidige basishuis volledig gefinancierd uit donaties en giften, datzelfde geldt voor alle zaken die niet vanuit de persoonsgebonden budgetten van de kinderen betaald kunnen worden (denk hierbij aan zwemlessen, fietsen of vakantie). Op dit moment is er een vergunningsaanvraag ingediend bij de gemeente om het huidige Dushi Huis in Den Haag uit te breiden met een aanbouw voor maximaal 6 pubers. Doel is dat de kinderen uit het huidige huis kunnen doorstromen en hun ontwikkeling in dezelfde vertrouwde omgeving kunnen doorzetten. In het Basishuis ontstaat zodoende ruimte voor opvang van nieuwe, jongere kinderen.

Meer informatie vindt u op de website van het Dushi huis.

Contact

Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk december 2020

Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk december 2020 2482 1611 Ekelmans Advocaten
Kerst nieuwsbrief cassatie
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes

Voor advocaten die op de hoogte willen worden gehouden van procesrechtelijke kwesties is er de Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk geschreven door onze sectie Cassatie. De nieuwsbrief Civiele Procespraktijk verschijnt vier keer per jaar.

In deze nieuwsbrief vindt u de volgende onderwerpen:

  • Verrekening
  • Aanvrager van vernietigd faillissement alleen aansprakelijk bij misbruik
  • Verjaring van een claim op beroepsbeoefenaars
  • Rechterswissel na bewijslevering
  • Dwangsom voor gedragingen van derden

Verrekening

(HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2005)

  • Art. 6:127 BW bepaalt dat een schuldenaar die bevoegd is tot verrekening, dat kan doen door aan de schuldeiser te verklaren dat hij zijn schuld met een vordering verrekent. De rechter dient te beoordelen of de schuldenaar bevoegd was tot verrekening op het moment dat hij deze verklaring aflegde.
  • Art. 6:136 BW geeft de rechter de bevoegdheid om een bij wijze van verweer gedaan beroep op verrekening te passeren, ook al mocht aan alle eisen van art. 6:127 BW zijn voldaan. De rechter kan namelijk een vordering ondanks een beroep op verrekening toewijzen, als de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is. Als de rechter art. 6:136 BW toepast, komt hij aan een verdere beoordeling van art. 6:127 lid 2 BW niet toe. Als hiertegen in hoger beroep met succes wordt gegriefd, moet het hof alsnog beoordelen of de schuldenaar tot verrekening bevoegd was op de voet van art. 6:127 BW.

Aanvrager van vernietigd faillissement alleen aansprakelijk bij misbruik

(HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2004)

  • X heeft een vordering op HSK van nog geen € 6.000,–. HSK betaalt niet ondanks herhaaldelijke aanmaningen. X vraagt daarop het faillissement van HSK aan. In cassatie wordt het faillissement vernietigd, omdat HSK vóór de faillietverklaring (onder protest) blijkt te hebben betaald. Is X voor de faillissementskosten van ca. € 160.000,– aansprakelijk?
  • Wanneer conservatoir beslag is gelegd dat niet wordt gevolgd door de toewijzing van de vordering, is de beslaglegger aansprakelijk uit onrechtmatige daad jegens degene op wie het beslag inbreuk heeft gemaakt. Hetzelfde geldt voor de executant die een uitspraak ten uitvoer legt die later wordt vernietigd. Het aanvragen van een later vernietigd faillissement kan hiermee volgens de Hoge Raad niet op één lijn worden gesteld. Het is namelijk de réchter die het faillissement uitspreekt. De aanvrager van een faillissement is daarom alleen aansprakelijk, (1) indien hij wist of behoorde te weten dat er geen grond bestond voor het faillissement, of (2) bij een andere misbruik van bevoegdheid.

Verjaring van een claim op beroepsbeoefenaars

(HR 9 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1603)

  • Wanneer begint de korte verjaringstermijn van art. 3:310 BW bij een beroepsfout te lopen? De Hoge Raad stelt de (standaard)regels voorop:
    1. De verjaringstermijn begint op de dag na die waarop de benadeelde daadwerkelijk in staat is schadevergoeding te vorderen. Hij dient voldoende zekerheid te hebben dat schade is veroorzaakt door een fout van de betrokken persoon. Wanneer de verjaring begint, hangt af van de relevante omstandigheden van het geval.
    2. Bekendheid met de juiste juridische beoordeling van de feiten over de schade en de aansprakelijke persoon is niet vereist.
  • De HR verduidelijkt nu dat regel 2) niet ziet op “de kennis en het inzicht die nodig zijn om de deugdelijkheid van een geleverde prestatie te beoordelen”. De verjaring begint dus niet als een niet-deskundig cliënt niet beseft dat een deskundige een fout heeft gemaakt.
  • Wanneer de verjaring begint hangt af van de omstandigheden van het geval. Van belang kan zijn:
    • Mocht de benadeelde vertrouwen op de deskundigheid van de professional, zodat hij (nog) geen reden had om te twijfelen aan de deugdelijkheid van diens handelen?;
    • Heeft de professional andere verklaringen gegeven voor het nadeel, of geruststellende mededelingen gedaan over zijn prestatie of het daardoor te verwachten nadeel (‘het komt nog goed’).
    • Onder omstandigheden begint de verjaringstermijn pas als de benadeelde een juridisch advies of een rechterlijk oordeel heeft.

Rechterswissel na bewijslevering

(HR 30 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1712)

  • De Hoge Raad bepaalde op 20 maart 2020 dat, wanneer een rechterswissel plaatsvindt na een mondelinge behandeling een gerecht dit voortaan actief aan partijen moet melden. Partijen kunnen dan om een nieuwe zitting vragen (zie: Nieuwsbrief nr. 52). Uit het arrest van 30 oktober 2020 blijkt dat die verplichting niet geldt, als een rechterswissel plaatsvindt ná een zitting waarop bewijs is geleverd ten overstaan van een rechter.
  • Art. 155 lid 1 Rv bepaalt dat de rechter ten overstaan van wie bewijs is geleverd, zoveel als mogelijk het eindvonnis (mee)wijst. Lid 2 bepaalt dat het vonnis melding maakt van afwijking van deze regel en de oorzaak daarvan.
  • Aan dit artikel ontleent een partij volgens de Hoge Raad geen afdwingbare aanspraken. Dat blijkt uit de formulering (“zoveel als mogelijk”) van lid 1 en uit het rechtsmiddelenverbod in lid 2. Dat de ‘bewijsrechter’ de uitspraak niet (mee)wijst betekent ook niet dat geen sprake is van een eerlijk proces (art. 6 EVRM). Wanneer art. 155 Rv niet is nageleefd, is dit dus geen reden om het rechtsmiddelenverbod te doorbreken.

Dwangsom voor gedragingen van derden

(HR 13 november 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1783)

  • Een garage heeft een uitrit nodig waar ook haar huurders en klanten gebruik van maken en vordert aanwijzing van een noodweg (art. 5:57 BW).
  • Het hof wijst de vordering van de garage toe en oordeelt dat de garage een dwangsom verbeurt als haar huurders en klanten de aan het gebruik van de noodweg verbonden voorwaarden overtreden.
  • In cassatie klaagt de garage dat het niet mogelijk is dat zij als degene tot wie de hoofdveroordeling is gericht, een dwangsom verbeurt als derden (haar huurders en klanten) de voorwaarden overtreden.
  • De Hoge Raad oordeelt dat een dwangsom voor gedragingen van derden wél mogelijk is. De oplossing is dat gekeken moet worden of de hoofdveroordeling kan worden nagekomen. Dit is een terughoudende toets waarbij de vraag is of de garage jegens de gebruikers redelijkerwijs al het mogelijke heeft gedaan om ervoor te zorgen dat de gebruikers zich houden aan de voorwaarden (art. 611a lid 1 jo 611d lid 1 Rv). De garage kan bijvoorbeeld haar bezoekers verbieden op de noodweg langdurig te parkeren.

Heeft u vragen over deze onderwerpen, neem dan contact met ons op. U kunt ons ook bellen voor een kort en informeel consult als u in een dossier ergens tegen aanloopt dat u met ons wilt bespreken.

Contact

De verjaringstermijn bij beroepsfouten begint pas als de cliënt de fout doorheeft

De verjaringstermijn bij beroepsfouten begint pas als de cliënt de fout doorheeft 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Marieke van der Keur-Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Cassatie-advocaat Marieke van der Keur schreef voor VAST de blog ‘De verjaringstermijn bij beroepsfouten begint pas als de cliënt de fout doorheeft’. In deze blog licht ze de uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober 2020 toe.

Als een advocaat, belastingadviseur of een arts een fout maakt en schade veroorzaakt, moet de cliënt hem tijdig aanspreken of een claim instellen. Anders verjaart de claim. De Hoge Raad maakte in een uitspraak van vrijdag 9 oktober duidelijk, dat van belang is of een cliënt de deskundigheid heeft om te beoordelen of een fout is gemaakt.

Bron: VAST 2020 / B-0057, Marieke van der Keur, e-ISSN 2667-307X, M.A.D.Lex

Klik hier voor de bijdrage.

Auteur

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.