Berichten door:

Marieke Klapwijk

Jan Ekelmans lecturer at the University of Amsterdam

Jan Ekelmans lecturer at the University of Amsterdam 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Jan Ekelmans-Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Jan Ekelmans, partner Insurance at Ekelmans & Meijer, will be the lecturer on the subject Evidence in the course Insurance law at the University of Amsterdam. This course combines in depth academic knowledge with practical solutions and is meant for professionals who address insurance issues in their daily work and want to deepen their knowledge.

All lecturers of the course are specialists. They have extensive academic and practical experience. Almost all of them obtained a Phd. Jan Ekelmans obtained his Phd on a thesis on obtaining information from physical and digital documents for the purpose of civil proceedings. Those who successfully follow the course will become certified insurance lawyers (CIL) or Certified Insurance Law Expert (CILE).

Jan Ekelmans: “I am delighted to be part of this course. All lecturers are well experienced and offer participants a course of high standards. Sharing knowledge with professionals and learning from each other is very rewarding. I look forward to the course starting in September 2019.”

Contact

Desinteresse, desinvestering en devaluatie. Verbeter het imago van recht en rechtspraak

Desinteresse, desinvestering en devaluatie. Verbeter het imago van recht en rechtspraak 1000 465 Ekelmans Advocaten
Waartoe advocaten op aarde zijn
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Mr is het online platform en tijdschrift voor juristen dat bericht over actuele zaken in de juridische wereld. David de Knijff schrijft vanuit zijn ervaring als advocaat, onder meer bij de Hoge Raad, en als voormalig deken van de Haagse orde.

Als expert op het gebied van het vermogens- en procesrecht wordt hij vooral ingeschakeld door advocaten, curatoren en andere juridische professionals.

De laatste blog voor Mr. Online van David is een pleidooi tegen de marginalisering van de rechtspraak. Dat zelfredzame burgers die hun conflicten zelf zouden kunnen oplossen, is een illusie. Het miskent dat voor de vitaliteit en werking van het recht nodig is dat geschillen voor de rechter komen, aldus David.

Auteur

Beursbengel: Uitspraken GFD over een ongevallenverzekering en een inboedelverzekering

Beursbengel: Uitspraken GFD over een ongevallenverzekering en een inboedelverzekering 665 509 Ekelmans Advocaten
Beursbengel vakblad verzekering
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

In Dossier Kifid van de Beursbengel 2019 / nr. 882 bespreekt Simone Eman twee uitspraken van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening: één uitspraak rond een ongevallenverzekering en een uitspraak rond een inboedelverzekering.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Nr. 2018-781, 17 december 2018

EEN ONGELUK ZIT IN EEN KLEIN PRIKJE

Consument heeft een ongevallenverzekering afgesloten bij (een van de rechtsvoorgangers van) Verzekeraar.
In artikel 1.5 van de van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden is – voor zover van belang – het volgende bepaald:
‘Onder ongeval wordt verstaan een plotseling van buitenaf komend onvrijwillig op het lichaam van verzekerde inwerkend geweld, dat rechtstreeks en in een ogenblik zonder medewerking van andere oorzaken geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel ten gevolge heeft.
Onder ongeval wordt tevens verstaan:
– Bevriezing, zonnesteek, blikseminslag en andere elektrische ontladingen;
– Verdrinking, verstikking (niet ten gevolge van ziekte) en verbranding, behalve door natuurlijke of kunstmatige bestraling;
– Acute vergiftiging, alsmede de schadelijke gevolgen van het ongewild binnenkrijgen van vreemde voorwerpen, infectiezieken en allergieën of bloedvergiftiging in aansluiting op verwonding ten gevolge van een ongeval;
– Besmetting ten gevolge van een onvrijwillige val in het water of in enige andere stof;
– Uitputting, verhongering en verdorsting ten gevolge van schipbreuk, watersnood, noodlanding, instorting insneeuwing of invriezing e.d.
(…)’

Als gevolg van werkzaamheden in de bouwsector is in de loop der jaren slijtage aan de rechterknie van Consument ontstaan. Deze slijtage werd behandeld met medicinale injecties. Na de injecties heeft een ernstige infectie de knie van Consument aangetast en zijn er complicaties opgetreden. Consument is als gevolg daarvan arbeidsongeschikt geraakt en heeft een beroep op zijn ongevallenverzekering gedaan.

Verzekeraar heeft Consument vervolgens bericht geen dekking te verlenen, omdat van een ongeval in de zin van deze verzekering geen sprake is geweest. Na de interne klachtenprocedure van Verzekeraar zonder resultaat te hebben doorlopen, heeft Consument zijn klacht aan het Kifid voorgelegd.

Consument vordert dat Verzekeraar alsnog overgaat tot uitkering. Hij legt hieraan – samengevat – onder meer ten grondslag dat de bacterie wel degelijk moet worden gezien als een plotseling, van buitenaf komend, onvrijwillig op het lichaam inwerkend geweld. Daarnaast stelt Consument dat de polisvoorwaarden geen voorbehoud maken voor ongevallen voortvloeiend uit medische behandelingen en bevat artikel 1.5 van de Algemene Voorwaarden een niet-limitatieve opsomming.

Verzekeraar heeft verweer gevoerd. De Commissie is – met de Verzekeraar – van mening dat in de polisvoorwaarden, als aanvulling op de definitie van het begrip ‘ongeval’, een lijst is opgenomen van evenementen die ook als ongeval worden beschouwd. In die lijst zijn infectieziekten, ontstaan in aansluiting op een verwonding na een ongeval, expliciet vermeld. Dit brengt volgens de Commissie met zich dat – wil de Consument voor een uitkering in aanmerking komen – de infectie zou moeten zijn ontstaan na een ongeval. Het inbrengen van een injectie in de knie kwalificeert naar oordeel van de Commissie niet als zodanig. Verzekeraar heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een gedekt evenement, te weten een ongeval in de zin van de Algemene Voorwaarden. De Commissie wijst de vordering af.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Nr. 2018-760, 7 december 2018

DE WAARDE VAN EEN BONNETJE

Consument heeft een inboedelverzekering gesloten bij Verzekeraar. Door Consument is aangifte bij de politie gedaan van het feit dat een onbekende man haar dochter thuis had gedwongen om geld en sieraden (een armband en twee ringen) af te geven, die aan Consument toebehoorden. Consument heeft haar schade vervolgens onder de inboedelverzekering bij Verzekeraar geclaimd.

Verzekeraar concludeert dat Consument op geen enkele wijze aan heeft kunnen tonen dat zij voorafgaand aan de vervreemding in bezit was van die sieraden. De Verzekeraar heeft de claim dan ook afgewezen.

De zoon van Consument heeft vervolgens contact gehad met Verzekeraar en naar aanleiding van dat gesprek een nota overgelegd. De betreffende nota blijkt echter niet van de ontvreemde maar van andere sieraden te zijn. Consument zou de op dat moment gekochte sieraden later hebben omgeruild en hiervan destijds geen aangepaste nota hebben ontvangen.

Ondanks dat Verzekeraar oordeelde dat de waarde en het voormalig bezit van de sieraden onvoldoende werd aangetoond, heeft zij de waarde van de ontvreemde sieraden vastgesteld en – uit coulance – een totaalbedrag van 575 euro aan Consument uitgekeerd.

Consument vordert nu een aanvullende uitkering ter hoogte van 3.120 euro. Zij stelt zich op het standpunt dat het bezit van de sieraden wel degelijk werd aangetoond en Verzekeraar ten onrechte het ontbreken van de aangepaste nota van de omruilactie doorslaggevend heeft geacht voor het niet-vergoeden van de volledige schade. Verzekeraar heeft verweer gevoerd.

De Commissie komt tot de conclusie dat Verzekeraar – door te handelen zoals zij deed – aan haar verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst heeft voldaan. Daarbij overweegt de Commissie allereerst dat het op de weg van Consument ligt, bewijs te leveren van de waarde van de ontvreemde sieraden. Omdat het kostbaarheden betreft die niet tot de reguliere inboedel behoren, is het wenselijk dat Consument daarvan facturen kan overleggen. Dit wil evenwel niet zeggen dat de waarde nooit aannemelijk kan worden gemaakt zonder facturen, maar dan zal wel nadere informatie voorhanden dienen te zijn om tot een waardeoordeel te komen. Nu Consument – ondanks verzoek daartoe van Verzekeraar – geen aanvullende bewijsstukken heeft overgelegd, zoals foto’s of verklaringen, waaruit de waarde van de ontvreemde sieraden kon worden afgeleid, mocht Verzekeraar volgens de Commissie in alle redelijkheid overgaan tot inschakeling van een expert om zo de waarde van de ontvreemde sieraden te bepalen.

De enkele verwijzing naar een nota die geen betrekking heeft op de ontvreemde sieraden vindt de Commissie onvoldoende om aan te nemen dat de waardebepaling van Verzekeraar niet juist is. De Commissie wijst de vordering van Consument dan ook af.

Auteur

CAR coverage for inherent defects and its limits

CAR coverage for inherent defects and its limits 2560 1920 Ekelmans Advocaten
CAR coverage
Leestijd: 5 minuten
Lesedauer: 5 Minuten
Reading time: 5 minutes

Introduction

In principle, Dutch CAR policies explicitly provide coverage for inherent defects of the built object. However, the central notion of material damage in Dutch CAR policies provides a concealed limit to CAR coverage for inherent defects. Case law shows that in cases of inherent defects, there is a fine line between coverage and no coverage.

Central notions in CAR policies: material damage and inclusion of inherent defects

In the Netherlands, the central notion in the description of coverage of a Construction All Risk (CAR) policy is material damage. Without material damage there is no coverage under the CAR policy.

If, for example, it comes to light during the building period that the balconies in an apartment building would collapse in case of heavy load, the damage resulting from the necessary replacements of those balconies is not covered under CAR insurance. If the lacking strength of the balconies has led to cracks in the balconies, however, the cracks would be regarded as material damage. As a result, the cracks and all damage resulting from them would be covered under CAR insurance.

In terms of CAR coverage in the Netherlands, it is not relevant whether or not the cracks are the result of an inherent defect. As long as one can point to any material damage as a result of the inherent defect that has occurred during the building period, the defect and all damage resulting from the defect is covered under CAR insurance. However, there are exceptions to said principle. The notion of material damage in CAR policies includes a concealed exclusion of coverage for a certain group of inherent defects.

Concealed exclusion for objects which were damaged from the beginning

The idea is that the requirement of material damage cannot be met if an object has never been flawless, i.e. if the object was damaged from the beginning. This idea is regularly seen in Dutch case law and Dutch legal literature. The underlying reasoning is that an object which has never been flawless cannot be (materially) damaged as it was never a proper object in the first place. This idea has developed into a central tenet in Dutch CAR cover cases.

The question then arises: when can an object be qualified as being damaged from the beginning? How do we make a distinction between an object with an inherent defect and an object which was damaged from the beginning? Is it not that every object with an inherent defect can be regarded as an object which was damaged from the beginning?

Case law from 2018

In general, Dutch courts set high requirements in CAR cover cases for the argument of insurers that the object in question has never been flawless. Such is understandable given the aforementioned fact that CAR policies – explicitly – provide coverage for inherent defects.

Two decisions by lower courts given last year show that there is a fine line between coverage and no coverage in cases of inherent defects.

In the first case[1], a coating layer had been applied onto an ice skating track. After two weeks the layer showed blisters. Research showed that the coating layer had been applied too thick, as a result of which the solvent in the coating layer had not been able to evaporate causing blisters on the coating layer. The CAR insurer took the position that the coating layer had never been flawless and denied coverage for the damaged coating layer and all damage resulting from it. In assessing the question whether the coating layer had been materially damaged, the court considered that the deciding factor is whether the coating layer had been flawless at the time it was applied onto the track. The court specified that if the coating layer met all characteristics and requirements to become a coating layer without any defects at the time it was applied, the blisters on the coating layer could be regarded as material damage. The court considered that correct application is a precondition for a coating layer to become a flawless one. As the coating layer in question had not been applied correctly there was never a moment in time at which the coating layer had been flawless. Thus, the court concluded that there was no material damage, resulting in the claim not being covered under CAR insurance.

In the second case[2], the result was different. In this case, several welds had been applied to steel structures creating so-called skid beams, used in offshore industry. After application, the welds were examined by ultrasonic testing to ensure the absence of flaws. After two skid beams had been approved for delivery, they were examined again by ultrasonic testing after they had been delivered to their purchaser. During the second examination, indications were found for the presence of flaws. The skid beams were cut open and ruptures were found. They were repaired swiftly given the time pressure of the whole project. Insurers did not get the chance to observe the ruptures themselves. During the proceedings, insurers queried the results of the ultrasonic testing by pointing to the unreliability of the method and argued that the welds had never been flawless. Furthermore, insurers pointed to the fact that the flaws had been the result of a design fault combined with faults made during welding. According to insurers, the chosen method of welding could never have led to proper welds. The court assumed on the basis of the statements given by the experts who performed the ultrasonic testing that the welds had ruptured after they had been flawless. The court also found that CAR policies providing coverage for all damage no matter what cause, also provide coverage for design faults if the object does not show any flaws at first, as a result of good workmanship, but only at a later stage. Based on these considerations, the court granted the insured’s claim for coverage.

Conclusion

It can be difficult to divide between covered and uncovered claims in cases of inherent defects. Taking into consideration the aforementioned case law, it seems that as long as the insured can point to a moment in time at which the built object has been flawless, there is coverage under CAR insurance. This can be a quite difficult and very factual discussion.

Material damage as a result of design faults seems to be covered most of the time. Material damage as a result of faults during the construction phase can also be covered, but more often the aforementioned exception seems to apply. Especially faults which occur during the making of a specific component run the risk of falling outside the scope of CAR coverage.

[1] Judgment of the Rotterdam court of 7 November 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:9314.
[2] Judgment of the Amsterdam court of 11 July 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:6603.

Bron: Insurance Law Global

Verdeling van schade

Verdeling van schade 2560 1687 Ekelmans Advocaten
Verdeling van schade
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Deze uitspraak van appel-arbiters is interessant vanwege de wijze waarop zij omgaan met de gezamenlijke betrokkenheid van de adviseur (architect) en de aannemer, in hun relatie tot de vorderingen tot schadevergoeding van de opdrachtgevers in verband met diverse problemen in het werk.

Klik hieronder voor de uitspraak van Raad van Arbitrage voor de Bouw  4-6-2018, No. 72.113 rond dit geschil en de gastnoot die Frank Schaaf hierbij heeft geschreven.

Auteur

Beursbengel: Uitspraken GFD over een doorlopende reis- en annuleringsverzekering en een camperverzekeringen inboedelverzekering

Beursbengel: Uitspraken GFD over een doorlopende reis- en annuleringsverzekering en een camperverzekeringen inboedelverzekering 665 509 Ekelmans Advocaten
Beursbengel vakblad verzekering
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

In Dossier Kifid van de Beursbengel 2019 / nr. 881 bespreekt Simone Eman twee uitspraken van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening: één uitspraak rond een doorlopende reis- en annuleringsverzekering en een uitspraak rond een camperverzekering.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Nr. 2018-676, 26 oktober 2018

DE ‘NORMALE’ VOORZICHTIGHEID

Consument heeft een doorlopende reis- en annuleringsverzekering afgesloten bij Verzekeraar. In de van toepassing zijnde Voorwaarden Doorlopende Reis-en Annuleringsverzekering, versie I/DRV-I staat het volgende opgenomen in artikel 3.5.6:
‘Wij betalen niet voor:
Schade of diefstal als gevolg van onvoorzichtigheid. U bent niet voorzichtig genoeg als u bijvoorbeeld:
– betere maatregelen had kunnen treffen om schade te voorkomen;
– geld en cheques achterlaat in een motorrijtuig;
– kostbare spullen bij openbaar vervoer niet meeneemt in uw handbagage;
– kostbare spullen zonder toezicht achterlaat in een ruimte die niet op slot zit.’

Tijdens een treinreis heeft Consument een tas met fotografeerspullen en reisdocumenten op het bagagerek geplaatst. Deze tas is vervolgens gestolen. Consument heeft Verzekeraar verzocht de schade ten bedrage van 4.757,19 euro als gevolg van de diefstal te vergoeden.

Verzekeraar heeft geweigerd de door de Consument geleden schade te vergoeden, omdat hij van mening is dat de Consument betere maatregelen had kunnen nemen om de diefstal te voorkomen.

De Consument daarentegen stelt zich op het standpunt dat Verzekeraar onterecht weigert de schade te vergoeden omdat de ‘normale voorzichtigheidsclausule’ geldt. Deze dient zo te worden uitgelegd dat dekking op grond van deze clausule slechts kan worden geweigerd indien aan de zijde van Consument sprake is van een ernstige mate van schuld. Dit zou niet aan de orde zou zijn, aldus de Consument.

Niettemin is de Commissie van oordeel dat de Consument inderdaad niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen. Zij overweegt dat op grond van artikel 3.5.6 van de Verzekeringsvoorwaarden sprake is van onvoorzichtigheid als er bijvoorbeeld een betere maatregel genomen had kunnen worden. Volgens de Commissie had de Consument in dit geval – zoals de Verzekeraar gesteld heeft – de tas (van geringe omvang) met dure spullen op schoot kunnen nemen of onder de stoel kunnen plaatsen. Derhalve heeft de Verzekeraar terecht dekking geweigerd en hoeft de Verzekeraar de schade van Consument niet te vergoeden.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-674, 26 oktober 2018

DE GEKAAPTE CAMPER

Consument heeft een camperverzekering bij Verzekeraar voor zijn camper. De aankoopwaarde van de camper is 86.000 euro. In de toepasselijke voorwaarden is – voor zover van belang – het volgende bepaald:
‘1. Begrippenlijst
(…)
1.10 Afgesloten ruimte Een niet-gemeenschappelijke ruimte met muren en een dak die met een goed slot is afgesloten. Niemand kan zonder de sleutel van dit slot de ruimte binnengaan. Rubriek Beperkt casco
(…)
24 Wat is verzekerd?
Verzekerd is schade aan of verlies van de camper in de volgende situaties:
(…)
– Diefstal, braak, verduistering, joyriding en vermissing, en poging tot diefstal, braak en joyriding.
(…)
25 Wat is niet verzekerd?
(…)
25.1.1
Wanneer verzekerde niet voorzichtig genoeg is geweest om diefstal te voorkomen. Hiervan is onder meer sprake in de volgende situaties:
– Als de sleutels in de camper worden achtergelaten. Dit geldt niet als de sleutels zich in een afgesloten kluis bevinden die onlosmakelijk met de camper is verbonden. Dit geldt ook niet als de camper zich bevindt in een afgesloten ruimte zoals omschreven in artikel 1.10. (…)’

De camper stond met de sleutels daarin opgeborgen, zonder alarm en zonder startonderbreking geparkeerd in een grote loods naast het woonhuis van Consument. Naast deze grote loods is een andere, kleinere loods. De grote en kleine loods zijn door middel van loopdeuren met elkaar verbonden. Zowel de grote als de kleine loods wordt naar buiten toe afgesloten door rolluiken.

De kleinere loods wordt door Consument verhuurd aan meneer X. Meneer X heeft ook een afstandsbediening om het rolluik van de kleine loods te openen.

Op 28 juli 2016 heeft Consument aangifte gedaan van diefstal van de camper bij de politie. De camper is tussen 26 juli 2016 en 28 juli 2016 gestolen. Ook heeft Consument de schade gemeld bij Verzekeraar. In opdracht van Verzekeraar is er onderzoek gedaan naar de feiten en omstandigheden waaronder de diefstal heeft plaatsgevonden.

Verzekeraar heeft de claim afgewezen op grond van artikel 25.1.1 van de Voorwaarden, omdat hij meende dat Consument niet voorzichtig genoeg was geweest door de camper niet afgesloten in een loods te laten staan, zonder alarm en zonder startonderbreking.

Consument heeft Verzekeraar vervolgens gemeld dat de camper in een afgesloten ruimte stond. Verzekeraar heeft toen het standpunt ingenomen dat de loods niet was afgesloten in de zin van 1.10 van de Voorwaarden, zodat de schade om die reden niet is gedekt.

Consument vordert dekking onder de verzekering voor de diefstal van de camper door vergoeding van het aankoopbedrag. Consument heeft in de eerste plaats aangevoerd dat Verzekeraar de gronden van de claim heeft aangevuld, nadat hij de Verzekeraar erop heeft gewezen dat het beroep op artikel 25.1.1 van de Voorwaarden niet terecht was. Ten tweede is Consument van oordeel dat de loods waar de camper geparkeerd stond een afgesloten ruimte betreft. Verzekeraar heeft verweer gevoerd.

De Commissie is – met Verzekeraar – van oordeel dat van een ontoelaatbare aanpassing van de afwijzingsgronden geen sprake is. De Verzekeraar heeft de claim afgewezen op grond van de uitsluiting in artikel 25.1.1 van de Voorwaarden. Consument heeft zich vervolgens op de uitzondering van dat artikel beroepen, door te stellen dat de camper in een afgesloten ruimte stond. De Verzekeraar meende dat de loods niet was afgesloten, waardoor de uitzondering niet van toepassing was.

De Commissie is echter van oordeel dat het standpunt van Verzekeraar in het verlengde ligt van zijn eerdere standpunt en dat er derhalve geen sprake is van een nieuwe afwijzingsgrond.

Dan resteert de vraag of de loods waar de camper stond al dan niet voldeed aan het begrip ‘afgesloten ruimte’ zoals omschreven in artikel 1.10 van de Voorwaarden. De Commissie concludeert dat de kleine en de grote loods twee aparte ruimtes zijn. Doordat de loopdeur tussen de grote en kleine loods niet was afgesloten, is volgens de Commissie van een afgesloten ruimte in de zin van artikel 1.10 van de Voorwaarden geen sprake. De vordering van Consument wordt dan ook afgewezen.

Auteur

Instorten Morandibrug bij Genua: de vraag naar oorzaak en schuld

Instorten Morandibrug bij Genua: de vraag naar oorzaak en schuld 2560 1707 Ekelmans Advocaten
Instorten Morandibrug
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Frank Schaaf en Marieke van der Keur belichten in dit artikel, gepubliceerd in de Beursbengel 2019 / nr. 881, hoe deze situatie er onder Nederlandse recht uit zou zien.

De Morandibrug bij Genua werd gebouwd tussen 1963 en 1967. Al vijftig jaar lang vormde zij de toegangsweg naar de stad. Miljoenen toeristen reden over ‘La Superba’ met de auto over de A10-snelweg de stad in. Op dinsdag 14 augustus 2018 stortte de brug in. De schade is enorm. Toen ongeveer 200 meter aan wegdek instortte, vielen voertuigen ruim 80 meter de diepte in en kwamen deels in de Polcevera-rivier terecht, en deels op huizen en fabrieken onder de brug. Er zijn tientallen doden gevallen en tien gewonden werden in het ziekenhuis opgenomen. Een paar honderd mensen raakten dakloos. Direct na de ramp rees de vraag naar de oorzaak én naar wie verantwoordelijk kan worden gehouden voor de schade. Hoe ziet de situatie er onder Nederlandse recht uit?

Auteur

Simone Eman starter van de week bij de Mr.

Simone Eman starter van de week bij de Mr. 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Simone Eman-Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Deze week een interview met Simone Eman als starter van de week bij de Mr. Simone is sinds oktober 2018 als advocaat verbonden aan de sectie Verzekering en Aansprakelijkheid van Ekelmans & Meijer.

In de dagelijkse praktijk staat zij verzekeraars bij in uiteenlopende aansprakelijkheidskwesties. Mr. is het online platform en tijdschrift voor juristen dat bericht over actuele zaken in de juridische wereld.

Lees hier het interview met Simone.

Contact

Hoogste ontslagvergoeding van 2018 voor cliënt van Robert Kütemann

Hoogste ontslagvergoeding van 2018 voor cliënt van Robert Kütemann 1000 465 Ekelmans Advocaten
ontslag zakenman
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute
Expertise:

In het AD zijn na de kerst de tien opmerkelijkste ontslagzaken van 2018 op een rij gezet.

Op nr. 1 van die lijst de hoogste “billijke vergoeding” die een werknemer, sinds invoering van de WWZ per 1 juli 2015, ooit door een rechter is toegekend.

Werknemer werd bijgestaan door Robert Kütemann, partner Arbeidsrecht van Ekelmans & Meijer.

Robert Kütemann in een reactie: “Een goed gevoel dat ik mijn cliënt in dit arbeidsconflict kon helpen en dat voor hem een optimaal resultaat is bereikt. Leuk ook om deze zaak terug te zien in dit overzicht van opmerkelijkste ontslagzaken in 2018.“

Lees hier het artikel in het AD met de 10 opmerkelijkste ontslagzaken van 2018.

Contact

La France en marche?

La France en marche? 1000 465 Ekelmans Advocaten
Waartoe advocaten op aarde zijn
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Mr is het online platform en tijdschrift voor juristen dat bericht over actuele zaken in de juridische wereld. David de Knijff schrijft vanuit zijn ervaring als advocaat, onder meer bij de Hoge Raad, en als voormalig deken van de Haagse orde.

Als expert op het gebied van het vermogens- en procesrecht wordt hij vooral ingeschakeld door advocaten, curatoren en andere juridische professionals.

In deze blog beschrijft David zijn aanwezigheid bij de openingszitting in het Palais Royal van de Franse cassatiebalie met op de achtergrond de actualiteit van de gele hesjes.

Auteur

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.