Categorie actueel

Ontslag op staande voet: zorgvuldigheid versus snelheid

Ontslag op staande voet: zorgvuldigheid versus snelheid 525 400 Ekelmans Advocaten
Ontslag op staande voet
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

De gevolgen voor de werknemer bij ontslag op staande voet zijn groot. Niet voor niets is dit het laatste middel dat een werkgever mag inzetten. In deze blog geeft advocaat Mark van Benthem tips bij ontslag op staande voet aan de hand van een recente uitspraak van de Hoge Raad.

De samengestelde dringende reden & onverwijld handelen

Dat je niet snel kunt overgaan tot een ontslag op staande voet is bekend. Zo’n ontslag is alleen geldig wanneer: sprake is van een dringende reden voor ontslag, je de werknemer onverwijld ontslaat en je de dringende reden onverwijld aan de werknemer meedeelt.

Het komt vaak voor dat een werkgever meerdere redenen (afzonderlijk, maar ook) samen aanvoert. In bijna alle gevallen zal de werkgever schrijven: “Voorgaande feiten leveren afzonderlijk, maar ook in samenhang bezien, een dringende reden op die een ontslag op staande voet rechtvaardigen”. Wanneer meerdere redenen samen als een dringende reden kwalificeren, bestaat een samengestelde dringende reden.

De Hoge Raad oordeelde op 1 december 2023 dat in geval van een samengestelde dringende reden naar dit samenstel moet worden gekeken om te beoordelen of de werkgever onverwijld heeft gehandeld.

Dit betekent echter niét dat de werkgever een onderzoek kan (laten) uitvoeren en vervolgens rustig achterover kan hangen. Het venijn zit hem voornamelijk in het vierde punt hieronder. Of aan de eis van onverwijldheid is voldaan is afhankelijk van de vraag of:

  • voldoende voortvarend onderzoek is verricht na het rijzen van vermoedens,
  • het onderzoek zelf voldoende voortvarend is uitgevoerd,
  • de werkgever zich voldoende voortvarend van de (tussentijdse) bevindingen van het onderzoek op de hoogte heeft gesteld, en
  • de werkgever na kennisneming van de (tussentijdse) bevindingen voldoende voortvarend tot ontslag is overgegaan. “Bij de beoordeling van dit laatste kan de rechter in voorkomend geval betrekken of de tussentijdse resultaten van het onderzoek rechtvaardigen dat nader onderzoek is gedaan voordat is overgegaan tot het ontslag op staande voet.”

Hoe kwam de Hoge Raad tot zijn oordeel?

Feiten
  • De werkgever (Econocom) laat in februari/maart 2020 onderzoek doen naar gerezen vragen.
  • Op 20 maart 2020 ontslaat Econocom de werknemer op staande voet. In de ontslagbrief noemt Econocom elf redenen, waaronder het door de werknemer ontvangen van ‘kick-backs’ van een consultancybedrijf van een vriend van de werknemer dat zeer grote consultancyfees aan Econocom in rekening bracht, het bestellen van bloemen voor privérelaties op kosten van Econocom en het overnemen van seizoenskaarten voor Ajax zonder dat daarvoor een vergoeding is betaald.
  • Omstreeks 8 maart 2020 waren de feiten aangaande de kick-backs al duidelijk.
Hof Arnhem-Leeuwarden: te lang getreuzeld ten aanzien van de kick-backs

Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat niet valt in te zien waarom Econocom na 8 maart 2020 nog tot en met 20 maart 2020 heeft gewacht met het ontslag. Het hof oordeelt dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. Daarmee is het doek gevallen voor het ontslag op staande voet. Dit is niet rechtsgeldig.

De druiven voor Econocom zijn zuur: het hof oordeelde namelijk wél dat een dringende reden voor het ontslag bestaat: “Gelet op het aantal voorvallen waarin sprake is geweest van belangenverstrengeling, de verscheidenheid aan zakelijke relaties van Econocom die [de werknemer] daarin heeft betrokken en de aard van de belangenverstrengeling, oordeelt het hof dat sprake is van (een) dringende reden(en) voor ontslag op staande voet”.

Alleen door het te lang treuzelen in de periode van 8 tot en met 20 maart 2020 gaat het ontslag volgens het hof van tafel. De rekening: onder meer een schadevergoeding gelijk aan het loon over de opzegtermijn die Econocom had moeten hanteren ad EUR 77k!

De Hoge Raad vernietigt: onverwijldheid van het samenstel onderzoeken

De Hoge Raad oordeelt dat, nu het hof diverse verwijten samengesteld heeft aangemerkt als een dringende reden, hij niet slechts voor de kick-backs afzonderlijk had mogen oordelen dat Econocom te lang had getreuzeld. Het hof had dus voor de volledige samengestelde dringende reden moeten onderzoeken of Econocom snel genoeg had gehandeld en had daar niet slechts één onderdeel van mogen uitlichten. De Hoge Raad vernietigt daarom het oordeel van het hof Arnhem-Leeuwarden.

Het hof Den Bosch zal zich opnieuw over deze zaak moeten buigen. Of de uitkomst in Den Bosch anders zal zijn dan in Arnhem-Leeuwarden, is maar zeer de vraag. De Hoge Raad oordeelde namelijk uitdrukkelijk: “Bij de beoordeling van dit laatste [heeft Econocom de werknemer na kennisneming van de tussentijdse bevindingen op 8 maart 2020 snel genoeg ontslagen] kan de rechter in voorkomend geval betrekken of de tussentijdse resultaten van het onderzoek rechtvaardigen dat nader onderzoek is gedaan voordat is overgegaan tot het ontslag op staande voet.”

Tips bij onverwijld handelen

  1. Blijf betrokken bij het onderzoek. Het onderzoek moet zorgvuldig zijn, maar dit mag niet ten koste gaan van de onverwijldheid. Vraag bij een extern onderzoek periodiek om de stand van zaken en tussentijdse bevindingen.
  2. Blijf áltijd kritisch. Stel jezelf (doorlopend) de volgende vier vragen: (i) verricht ik snel genoeg onderzoek na het rijzen van vermoedens van een dringende reden, (ii) verricht ik het onderzoek zelf snel genoeg, (iii) ken ik de (tussentijdse) bevingen van het onderzoek snel genoeg, en (iv) moet ik direct – zónder de rest van het onderzoek af te wachten – tot ontslag overgaan op basis van tussentijdse bevindingen?

Hulp nodig of vragen?

Een ontslag op staande voet is niet niks. De gevolgen voor de werknemer zijn groot (direct verlies recht op loon en nagenoeg zeker geen WW-uitkering). Niet voor niets is dit het laatste middel dat een werkgever mag inzetten. Hulp nodig bij het beoordelen van het spanningsveld tussen het (laten) doen van zorgvuldig onderzoek en onverwijld handelen, of bij de beoordeling van de vraag hoe om te gaan met (het onderzoek naar) een dringende reden? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op.

Meer weten over arbeidsrecht?

Voor het succes van je onderneming zijn goede medewerkers van grote waarde. De manier waarop je de arbeidsverhoudingen met je medewerkers vormgeeft, staat geregeld ter discussie door veranderingen in de regelgeving en rechtspraak, maar ook door economische en technologische ontwikkelingen. Ons Employment team zorgt ervoor dat jouw organisatie optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden die het arbeidsrecht biedt én de eventuele risico’s beperkt die deze met zich meebrengen.

Auteurs

Websitebezoekers volgen via tracking cookies – geoorloofd?

Websitebezoekers volgen via tracking cookies – geoorloofd? 525 400 Ekelmans Advocaten
Blog cookies (500 x 400 px) (25)
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes
Expertise:

Tracking cookies staan meer en meer in de belangstelling van de overheid, de Autoriteit Persoonsgegevens en de rechter. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) krijgt vanaf 2024 extra budget om meer toezicht te houden op cookies en online tracking. Dat heeft het kabinet besloten. Lees in deze blog van Anne-Mieke Dumoulin-Siemens meer over deze ontwikkeling en waar je op moet letten, indien je tracking cookies gebruikt.

Tracking cookies kunnen nuttig zijn

Organisaties plaatsen tracking cookies om het surfgedrag van bezoekers van hun websites te kunnen volgen. Van de hierdoor verzamelde gegevens wordt een profiel van de betreffende persoon opgesteld. Dat heet profiling. Via profiling verzamelen organisaties een schat aan informatie over voorkeuren en persoonlijke interesses. Het profiel wordt gebruikt om de bezoeker advertenties op maat voor te schotelen.

Toestemming is vereist

Profiling is in beginsel verboden door de AVG. Tracking cookies mogen pas worden geplaatst nadat de bezoeker van de website daarvoor expliciet toestemming heeft gegeven. Desondanks gaan organisaties flexibel om met de eisen voor het plaatsen van tracking cookies. Het komt regelmatig voor dat een bezoeker van een website wordt verleid om op de ‘alle cookies accepteren’ knop te klikken, dan wel ontdekt dat alle categorieën cookies al zijn aangevinkt of door verder te scrollen hij impliciet akkoord gaat met het plaatsen van tracking cookies. De bezoeker van de website moet ‘vrij’ zijn toestemming te kunnen geven. Deze overduidelijke schending van de AVG heeft –tot voor kort– geen aanleiding gegeven tot noemenswaardige handhaving door de bevoegde autoriteiten.

Actieve handhaving in 2024

De overheid heeft aangekondigd vanaf volgend jaar budget vrij te maken voor aanvullend toezicht op cookies en online tracking door de Autoriteit Persoonsgegevens. Ook de rechter haalt de teugels op het gebruik van tracking cookies aan.

De rechtbank Amsterdam in kort geding verbood recent (onder oplegging van een dwangsom) een technologiebedrijf tracking cookies te plaatsen op de computer van een websitebezoeker zonder diens toestemming, omdat dit in strijd is met de grondrechten en de AVG.  Het technologiebedrijf moet volgens de rechtbank waarborgen dat toestemming van de websitebezoeker wordt verkregen vóórdat de tracking cookies worden geplaatst en de persoonsgegevens worden verwerkt. Het feit dat de websitebezoeker ongewenste cookies zelf kan verwijderen of een opt-out voor cookies kan instellen, is hierbij niet van belang. De rechtbank gaat ook voorbij aan het argument van het technologiebedrijf dat het plaatsen van tracking cookies de kern is van haar business model en dat dit belang prefaleert boven de belangen van de websitebezoeker.

Tips voor het gebruik van cookies

Indien je tracking cookies gebruikt, let er dan op dat je:

  • geldige toestemming verkrijgt van de websitebezoeker vóórdat je de tracking cookies plaatst;
  • de verkregen toestemming administreert zodat je altijd kan aantonen dat toestemming is verkregen;
  • ervoor zorgt dat de websitebezoeker een gegeven toestemming even zo gemakkelijk weer kan intrekken;
  • de plaatsing van tracking cookies daadwerkelijk stopzet wanneer de websitebezoeker de gegeven toestemming intrekt.

Vragen?

Onze Privacy Desk helpt je om persoonsgegevens (commercieel) zo optimaal mogelijk te benutten én tegelijkertijd de privacy van je klanten te waarborgen. Heb je vragen over de manier waarop jouw organisatie de verplichtingen van de AVG heeft geregeld? Neemt dan contact op met Anne-Mieke Dumoulin-Siemens.

Meer weten over privacyrecht?

Het gebruik van persoonsgegevens is in veel processen onmisbaar om een goede dienstverlening aan uw klanten te kunnen bieden. De wetgeving die deze verwerkingen beheerst is echter complex, zeker als het gaat om bijzondere persoonsgegevens. Je moet voldoen aan de strenge verplichtingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG/ GDPR), van de UAVG en aan de gedragscodes uit de branche.

Auteur

Anne-Mieke Dumoulin-Siemens is specialist ondernemingsrecht en privacyrecht. Zij is een kundige gesprekspartner voor (internationale) commerciële ondernemingen en non-profit organisaties. Cliënten waarderen haar juridische adviezen vanwege de praktische en commerciële uitvoerbaarheid ervan.

AVG: boetes voor bedrijven alleen bij verwijtbaar gedrag

AVG: boetes voor bedrijven alleen bij verwijtbaar gedrag 525 400 Ekelmans Advocaten
Blog afbeelding (500 x 400 px) (24)
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes
Expertise:

Het Hof van Justitie heeft in een recente uitspraak duidelijk gemaakt onder welke voorwaarden de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een administratieve geldboete kan opleggen wegens schending van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Advocaat Anne-Mieke Dumoulin-Siemens bespreekt in deze blog waar je als organisatie op moet letten om zo’n boete te voorkomen.

HvJ EU 5 december 2023: ECLI:EU:C:2023:950 (Deutsche Wohnen)ECLI:EU:C:2023:949 (Nacionalinis visuomenės sveikatos centras)

Boete alleen bij verwijtbaar gedrag

Wanneer jouw organisatie als verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt en daarmee de regels van de AVG schendt, kan de AP een administratieve boete opleggen. Het Europees Hof van Justitie (Hof) heeft in een recente uitspraak duidelijk gemaakt onder welke voorwaarden de AP een dergelijke boete kan opleggen. Dat kan alleen als sprake is van verwijtbaar gedrag. Dat wil zeggen wanneer jouw organisatie de overtreding opzettelijk of uit nalatigheid heeft begaan. Dat is het geval, aldus het Hof, wanneer jouw organisatie niet onwetend kon zijn van het inbreukmakende karakter van zijn gedrag, ongeacht of zij zich al dan niet bewust was van de inbreuk.

Het gaat om verwijtbaar gedrag van:

1. de rechtspersoon

Het niet noodzakelijk dat de inbreuk door het bestuur is gepleegd. Evenmin is het noodzakelijk dat het bestuur van de inbreuk op de hoogte was. Integendeel, jouw organisatie is aansprakelijk voor zowel inbreuken die zijn gepleegd door het bestuur, als voor inbreuken gepleegd door ‘gewone’ werknemers die handelen in het kader van de bedrijfsactiviteiten van jouw organisatie en namens jouw organisatie.

2. de door jou ingeschakelde verwerker

Bovendien kan de AP jouw organisatie een geldboete opleggen voor handelingen verricht door een verwerker, voor zover deze handelingen aan jouw organisatie kunnen worden toegerekend.

Samenvattend – waar moet je op letten?

De geldboete kan dus –kort gezegd– worden opgelegd als jouw organisatie behoorde te weten dat de betreffende handeling inbreuk maakt op de regels van de AVG. Dat is al snel het geval, omdat je in het algemeen geacht wordt de regels van de wet te kennen.

Jouw organisatie is verantwoordelijk voor handelingen die een verwerker in jouw opdracht uitvoert. Je dient het onderwerp, de duur, de aard en het doel van de verwerking in een verwerkersovereenkomst af te spreken. Dat is een eis van de AVG (artikel 28). Gezien de uitspraak van het Hof is het belangrijk om de opdracht aan de verwerker nauwkeurig te omschrijven. Daarmee leg je de reikwijdte van jouw verantwoordelijkheid voor het handelen van de verwerker vast. De verwerker is zelf verantwoordelijk voor handelingen die buiten de opdrachtomschrijving vallen.

Vragen?

Onze Privacy Desk helpt je om persoonsgegevens (commercieel) zo optimaal mogelijk te benutten én tegelijkertijd de privacy van je klanten te waarborgen. Heb je vragen over de manier waarop jouw organisatie de verplichtingen van de AVG heeft geregeld? Neemt dan contact op met Anne-Mieke Dumoulin-Siemens.

Meer weten over privacyrecht?

Het gebruik van persoonsgegevens is in veel processen onmisbaar om een goede dienstverlening aan uw klanten te kunnen bieden. De wetgeving die deze verwerkingen beheerst is echter complex, zeker als het gaat om bijzondere persoonsgegevens. Je moet voldoen aan de strenge verplichtingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG/ GDPR), van de UAVG en aan de gedragscodes uit de branche.

Auteur

Anne-Mieke Dumoulin-Siemens is specialist ondernemingsrecht en privacyrecht. Zij is een kundige gesprekspartner voor (internationale) commerciële ondernemingen en non-profit organisaties. Cliënten waarderen haar juridische adviezen vanwege de praktische en commerciële uitvoerbaarheid ervan.

NIS2-richtlijn: tips om je als organisatie voor te bereiden op deze nieuwe regelgeving

NIS2-richtlijn: tips om je als organisatie voor te bereiden op deze nieuwe regelgeving 525 400 Ekelmans Advocaten
NIS2-richtlijn voor cyberbeveiliging
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes

Binnenkort treedt in Nederland de NIS2-richtlijn in werking. Het is de opvolger van NIS-richtlijn en richt zich op risico’s die netwerk- en informatiesystemen bedreigen, zoals cyberbeveiligingsrisico’s. Organisaties die onder de NIS2-richtlijn vallen, moeten vanaf dat moment aan de zorgplicht en meldplicht voldoen. Advocaat Anne-Mieke Dumoulin-Siemens bespreekt in deze blog wat de richtlijn inhoudt, wat dit voor jouw organisatie betekent en welke voorbereidingen je al kunt treffen.

Cyberbeveiliging verdient aandacht

Bedrijven hebben te maken met toenemende digitalisering en cyberincidenten. Op EU-niveau worden de uitdagingen op het gebied van cyberbeveiliging aangepakt met een reeks aan nieuwe regelgeving. Zo is sinds enige tijd de NIS2-richtlijn van kracht. De Network and Information Security Directive 2 (NIS2) moet de cyberbeveiliging en digitale weerbaarheid van organisaties in de EU-lidstaten verbeteren. De NIS2-richtlijn bevat minimum eisen en moet uiterlijk op 17 oktober 2024 zijn geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving. Zodra de Nederlandse wetgeving in werking treedt, moeten de in de richtlijn aangewezen sectoren voldoen aan de verplichtingen uit de NIS2-richtlijn, zoals die dan in Nederlandse wetgeving zullen zijn neergelegd.

NIS2-richtlijn heeft een breed toepassingsbereik

De NIS2-richtlijn is van toepassing op een groot aantal sectoren, zoals de gezondheidszorg, transportbedrijven en aanbieders van energie. Maar ook supermarkten, waterbeheerbedrijven en digitale aanbieders moeten zich voorbereiden op de verplichtingen in de NIS2-richtlijn. De NIS2-richtlijn spreekt over zeer kritieke sectoren en andere kritieke sectoren. Er zijn elf zeer kritieke sectoren: energie, vervoer, bankwezen, infrastructuur voor de financiële markt, gezondheidszorg, drinkwater, afvalwater, digitale infrastructuur, beheer van ICT-diensten, overheid en ruimtevaart. Daarnaast kent de NIS2-richtlijn zeven andere kritieke sectoren: post- en koeriersdiensten, afvalstoffenbeheer, de chemische industrie, de levensmiddelen industrie, de maakindustrie, digitale aanbieders, onderzoek. Organisaties die onder één van de genoemde sectoren vallen, moeten risicobeheersmaatregelen treffen en voldoen aan rapportageverplichtingen op het gebied van cyberbeveiliging.

Hoe weet je of jouw organisatie onder de NIS2-richtlijn valt?

De organisatie moet tot één van de zeer kritieke of andere kritieke sectoren behoren. Daarnaast is de omvang van de organisatie van belang en de vraag of de organisatie een sleutelrol vervult in de samenleving. Als blijkt dat de NIS2-richtlijn van toepassing is, moet je nagaan of jouw organisatie een ‘essentiële’ of een ‘belangrijke’ organisatie is. De overheid heeft een zelfevaluatie opgesteld NIS 2 Zelfevaluatie NL (regelhulpenvoorbedrijven.nl). Via deze zelfevaluatie bepaal je of de NIS2-richtlijn van toepassing is op jouw organisatie.

Over welke maatregelen praten wij?

Organisaties moeten kort gezegd passende technische, operationele en organisatorische maatregelen nemen om de cyberbeveiliging en digitale weerbaarheid van hun organisatie te verbeteren. Organisaties moeten de cyberrisico’s in kaart brengen en het beveiligingsniveau van hun netwerk- en informatiesystemen daarop afstemmen. Zo moeten een groot bedrijf die aan grote risico’s is blootgesteld, meer maatregelen nemen dan een kleine onderneming waar de kans op een incident met grote maatschappelijke en economische impact klein is. Bij cyberbeveiligingsmaatregelen moet je denken aan incidentenbehandeling, back-up beheer, beveiliging van de toeleveringsketen, cyberhygiëne, opleiding van personeel, toegangsbeleid èn beleid om de effectiviteit van deze maatregelen te meten.

Welke verplichtingen legt de NIS2-Richtlijn nog meer op?

Governance

De NIS2-richtlijn legt de verantwoordelijkheid voor de cybermaatregelen bij de bestuurders. De bestuursorganen van essentiële en belangrijke organisaties moeten de beveiligingsmaatregelen die worden getroffen goedkeuren en toezien op de uitvoering daarvan. Bestuurders kunnen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor inbreuken op de beveiligingsverplichtingen. Bestuurders moeten een opleiding volgen, zodat zij voldoende kennis verwerven om de cyberrisico’s te kunnen identificeren en de gevolgen daarvan te kunnen beoordelen.

Rapportageverplichtingen/Meldplicht

Essentiële en belangrijke organisaties moeten elk incident dat aanzienlijke gevolgen heeft voor de verlening van haar diensten onverwijld melden. Denk daarbij aan incidenten die een ernstige operationele verstoring van de diensten of financiële verliezen voor de betrokken organisatie (kunnen) veroorzaken. Of een incident dat aanzienlijke materiële of financiële schade aan andere (rechts)personen veroorzaakt of kan veroorzaken. Een eerste melding moet binnen 24 uur worden gedaan bij de bevoegde autoriteiten, gevolgd door een update uiterlijk 48 uur na de eerste melding. Let op dat er ook moet worden gemeld als een incident aanzienlijke gevolgen kan hebben.

Welke voorbereidingen kunnen organisaties alvast treffen?

De overheid is doende de NIS2-richtlijn naar Nederlandse wetgeving te vertalen. Een wetsvoorstel is nog niet gepubliceerd. Op dit moment is alleen duidelijk aan welke minimumeisen zal moeten worden voldaan, omdat deze blijken uit de NIS2-richtlijn.

In afwachting van de inbedding in nationale wetgeving zou je alvast het volgende kunnen doen:

  • Stel aan de hand van de NIS2 Zelfevaluatie vast of jouw organisatie onder de werking van de NIS2-richtlijn valt;
  • Breng in kaart in hoeverre het bestuur aan de governance-verplichtingen voldoet;
  • Stel vast wat de kwaliteit is van de bestaande technische, operationele en organisatorische beveiligingsmaatregelen, inclusief de monitoringmechanismen;
  • Bepaal of de organisatie kan voldoen aan de rapportageverplichtingen en meldplichten.

Vragen of advies over de NIS2-richtlijn en de implementatie?

Heb je behoefte aan een nadere toelichting op de governance-verplichtingen of vragen over de rapportageverplichtingen en meldplichten, neem dan contact op met Anne-Mieke Dumoulin-Siemens.

Meer weten over cyber security?

Organisaties beschikken over veel vertrouwelijke informatie. De verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens neemt toe. Ook is er steeds meer bedrijfsinformatie digitaal beschikbaar. Al deze data zijn goud waard. Komen gegevens bij de verkeerde mensen in handen, dan heeft dit mogelijk kostbare bedrijfs- en reputatieschade tot gevolg. De vertrouwelijke informatie binnen een organisatie levert soms lastige vragen op. Onze Cyber Security experts adviseren over de impact van cyber security op de bedrijfsvoering.

Auteur

Anne-Mieke Dumoulin-Siemens is specialist ondernemingsrecht en privacyrecht. Zij is een kundige gesprekspartner voor (internationale) commerciële ondernemingen en non-profit organisaties. Cliënten waarderen haar juridische adviezen vanwege de praktische en commerciële uitvoerbaarheid ervan.

Groepsgewijs inlenen van personeel: altijd adviesrecht ondernemingsraad

Groepsgewijs inlenen van personeel: altijd adviesrecht ondernemingsraad 525 400 Ekelmans Advocaten
Ondernemingsraad
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

Op 3 november 2023 oordeelde de Hoge Raad dat een ondernemingsraad (OR) adviesrecht toekomt voor elk besluit van een ondernemer om groepsgewijs personeel in te lenen. Óók wanneer zo’n besluit in lijn is met eerder gevoerd beleid.

HR 3 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1514

Wat speelde er?

Albert Heijn Online (AH Online) leent werknemers in van uitzendbureaus. Daarover maakt zij sinds 2008 afspraken die iedere twee jaar in (nieuwe) raamovereenkomsten worden vastgelegd.

AH E-commerce is een onderdeel van AH Online waar veel met uitzendkrachten wordt gewerkt. Bij E-commerce leveren uitzendkrachten ongeveer 90% van de arbeid. De OR van E-commerce wil daarom betrokken worden bij de besluitvorming over het aangaan van de raamovereenkomsten. Dat is niet gebeurd.

De OR heeft de rechter vervolgens verzocht ‘voor recht te verklaren’ dat AH Online bij de afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het aangaan van de raamovereenkomsten had kunnen besluiten, omdat deze overeenkomsten tot stand zijn gekomen zonder dat de OR daarover heeft geadviseerd (artikel 26 lid 4 WOR).

De Hoge Raad doet de zaak zelf af en wijst het verzoek van de OR toe: “Aangenomen moet worden dat de ondernemingsraad een adviesrecht toekomt ten aanzien van elk voorgenomen besluit tot het groepsgewijze inlenen van arbeidskrachten” (rov. 3.2).

Waarom is deze uitspraak interessant?

De wet is helder: “De ondernemingsraad wordt door de ondernemer in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot: (…) g. het groepsgewijze werven of inlenen van arbeidskrachten” (artikel 25 lid 1 aanhef en sub g WOR).

De wet gelezen, lijkt weinig twijfel te bestaan over de uitleg daarvan en lijkt het oordeel van de Hoge Raad een schot voor open doel: het oordeel is een bijna exacte kopie van de wettekst. Dat was het echter niet. Enkele argumenten voor twijfel waren:

  • Werven en inlenen worden in de wet in één adem genoemd. Volgens de wetgeschiedenis is alleen sprake van groepsgewijs werven in de zin van artikel 25 WOR wanneer sprake is van een incidentele wervingscampagne, waarbij wordt afgeweken van het gebruikelijke aanstellingsbeleid. Het op gebruikelijke wijze van inlenen zou op dezelfde manier moeten worden beoordeeld;
  • Een besluit tot het aangaan van raamovereenkomsten voor inlenen van personeel zou een instemmingsplichtig besluit zijn, want dit zou een regeling (besluit van algemene strekking) op het gebied van aanstellingsbeleid zijn (artikel 27 lid 1 aanhef en sub e WOR).

De Hoge Raad heeft aan de onzekerheid dus een einde gemaakt en heeft geoordeeld dat ‘werven’ en ‘inlenen’ in de zin van artikel 25 WOR een verschillend beoordelingskader kennen.

Wat zijn de gevolgen voor AH Online?

De gevolgen zijn voor nu beperkt. De OR had namelijk alleen gevraagd om een verklaring voor recht dat het besluit van AH Online onredelijk was. De OR had bijvoorbeeld niet de voorziening gevraagd AH Online te verplichten het besluit (deels) in te trekken en/of AH Online te verbieden nog langer uitvoering aan het besluit te geven (artikel 26 lid 5 WOR).

Dat de OR niet meer heeft gevraagd dan een verklaring voor recht is begrijpelijk. De raamovereenkomsten waren namelijk al gesloten en in de wet staat dat een door de rechter te treffen voorziening niet de rechten van derden (de uitzendbureaus) kan aantasten (artikel 26 lid 5 WOR).

AH Online is echter gewaarschuwd. AH Online zal zich bij het aangaan van nieuwe (raam)overeenkomsten op het gebied van inlening door de OR moeten laten adviseren. Doet AH Online dat niet (op tijd), dan zal de OR ongetwijfeld zijn positie aan tafel, desnoods via de rechter, afdwingen en het AH Online tot die tijd onmogelijk maken om te gaan werken met de uitleners die AH Online op het oog heeft.

Wat zijn de belangrijkste lessen?

  1. Een OR komt adviesrecht toe bij elk voorgenomen besluit groepsgewijs personeel in te lenen. In geval van groepsgewijs werven van personeel bestaat alleen adviesrecht wanneer sprake is van incidentele werving die afwijkt van eerder beleid.
  2. De ondernemer heeft niét de instemming van de OR nodig voor het aangaan van raamovereenkomsten voor het inlenen van personeel. Let wel op: vraagt de ondernemer onverplicht toch instemming, dan krijgt de OR op basis van die vraag (bovenwettelijk) instemmingsrecht (art. 32 WOR).
  3. Op grond van deze uitspraak kan worden geconstateerd dat het niét noodzakelijk is dat sprake is van een belangrijk voorgenomen besluit wil adviesrecht van de OR bestaan op het gebied van groepsgewijs werven of inlenen van personeel. De Hoge Raad is namelijk – anders dan de procespartijen en de Advocaat-Generaal in zijn conclusie bij dit arrest – niet op dit begrip ingegaan en het heeft gelaten bij het oordeel dat het adviesrecht bij groepsgewijs inlenen voor ‘elk’ voorgenomen besluit geldt.
  • De OR zou dus misschien adviesrecht kunnen claimen, zelfs wanneer weinig werknemers worden ingeleend. De discussie zal zien op de vraag wanneer sprake is van een groep van ingeleende werknemers.
  • Sterker: wanneer dit oordeel in breder verband wordt beschouwd, zou dit ook kunnen gelden voor de andere onderdelen van artikel 25 WOR waarin het begrip belangrijk niet voorkomt. Denk aan: i. overdracht van zeggenschap over een [klein] deel van de onderneming en ii. wijziging van de plaats waar wordt gewerkt [zelfs als dit slechts een paar honderd meter is].
  • In de rechtsliteratuur wordt echter consequent aangenomen dat het adviesrecht alleen voor belangrijke besluiten geldt. Of de Hoge Raad hier impliciet tot een ander oordeel is gekomen, is maar de vraag.

Advies nodig of vragen?

Het hart van arbeidsrechtelijke medezeggenschap bestaat uit het advies- en instemmingsrecht van de ondernemingsraad (OR). Die rechten zijn zeker niet denkbeeldig. De OR kan besluiten onder omstandigheden tegenhouden, ongedaan laten maken of vertragen als zijn rechten niet zijn gekend.

Het is dus van groot belang dat juist wordt beoordeeld of een voorgenomen besluit onder het advies- of instemmingsrecht valt en of de ondernemer vervolgens de OR juist en tijdig in het proces betrekt.

Vragen over de vormgeving en inhoud van medezeggenschap? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op.

Meer weten over arbeidsrecht?

Voor het succes van je onderneming zijn goede medewerkers van grote waarde. De manier waarop je de arbeidsverhoudingen met je medewerkers vormgeeft, staat geregeld ter discussie door veranderingen in de regelgeving en rechtspraak, maar ook door economische en technologische ontwikkelingen. Ons Employment team zorgt ervoor dat jouw organisatie optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden die het arbeidsrecht biedt én de eventuele risico’s beperkt die deze met zich meebrengen.

Auteurs

NOvA benadrukt bij Hoge Raad belang waarborging verschoningsrecht

NOvA benadrukt bij Hoge Raad belang waarborging verschoningsrecht 525 400 Ekelmans Advocaten
Verschoningsrecht
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

In schriftelijke opmerkingen in de prejudiciële procedure bij de Hoge Raad, naar aanleiding van door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch gestelde vragen, pleit de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) voor een principiële uitleg van het verschoningsrecht. Ondanks het zwaarwegende belang van de vertrouwelijkheid tussen de advocaat en cliënt, staat dit algemeen geldende rechtsbeginsel in de praktijk al jaren ernstig onder druk.

De NOvA vindt het nodig dat de opsporings- en vervolgingspraktijk zich aanpast om het verschoningsrecht te waarborgen. De schriftelijke opmerkingen werden, namens de NOvA, door David de Knijff bij de Hoge Raad ingediend. Hij adviseerde de NOvA over de prejudiciële procedure en heeft samen met de NOvA het stuk opgesteld. De Hoge Raad zal zich nu buigen over de vragen over de omgang met verschoningsgerechtigde informatie. De uitspraak van de Hoge Raad wordt over drie tot vier maanden verwacht.

Meer weten over cassatie?

Voert u een procedure in hoger beroep en verwacht u dat de zaak  bij de Hoge Raad zal komen? Dan is het slim om nu alvast advies in te winnen bij een cassatie-advocaat over uw kans van slagen als u uw zaak voorlegt aan de Hoge Raad.

Ekelmans Advocaten heeft een hoog aangeschreven cassatiepraktijk. De betrokkenheid van onze advocaten leidt geregeld tot belangwekkende arresten van de Hoge Raad.

Onze advocaten Cassatie en Expert Litigation zijn procesrechtelijke experts, die de grote lijnen inzichtelijk maken en in de finesses scherpte brengen.

We verzenden ook een nieuwsbrief Civiele Procespraktijk naar onze contacten. Interesse? Dan ontvangen we graag uw inschrijving.

David de Knijff is al meer dan 20 jaar gespecialiseerd in civiele cassatiezaken. Hij heeft diverse complexe en voor de rechtsontwikkeling belangwekkende kwesties met succes bij de Hoge Raad verdedigd. Advocaten schakelen David niet alleen in voor hun cassatiezaken, maar ook ten behoeve van hun eigen processtrategie. Deze rol van raadgever van andere advocaten heeft zich verder verdiept en verbreed in de tijd dat David deken was.

Meld je nu nog aan voor de kennissessie Beroepsaansprakelijkheid met als thema ‘Causaal verband en schade’

Meld je nu nog aan voor de kennissessie Beroepsaansprakelijkheid met als thema ‘Causaal verband en schade’ 525 400 Ekelmans Advocaten
kennissessie Beroepsaansprakelijkheid
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Op donderdag 16 november a.s. organiseert Ekelmans Advocaten een tweede kennissessie Beroepsaansprakelijkheid met dit keer als thema: ‘Causaal verband en schade’. We hebben nog een paar plekken beschikbaar.

Na de succesvolle kennissessie eerder dit jaar met als thema ‘De rechterlijke toetsingsmaatstaf in beroepsaansprakelijkheidszaken’ organiseren wij op donderdag 16 november a.s. de volgende editie met als thema: ‘Causaal verband en schade’.

Thema’s tijdens kennissessie

Tijdens deze kennissessie behandelen advocaten Rob Kossen en Fleur van Kersbergen de volgende thema’s:

  • hoofdregel vaststellen causaal verband;
  • de omkeringsregel;
  • kansschade;
  • proportionele aansprakelijkheid.

Bovenstaande thema’s brengen we in verband met de veelvoorkomende verwijten aan advocaten en assurantietussenpersonen die aan bod zijn gekomen tijdens de kennissessie ‘De rechterlijke toetsingsmaatstaf in beroepsaansprakelijkheidszaken’.

Je kunt de verwijten teruglezen in het – tijdens de eerste kennissessie uitgedeelde – stappenplan met gerechtelijke toetsingskaders ten aanzien van veelvoorkomende verwijten aan advocaten en assurantietussenpersonen.

Uitreiking overzichtelijk naslagwerk

De aanwezigen ontvangen, net als bij de voorgaande kennissessie, een overzichtelijk naslagwerk dat kan dienen als aanvulling op het stappenplan.

Borrel

Deze middag biedt de uitgelezen mogelijkheid om je vakgenoten in een informele setting te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. We sluiten de middag weer af met een gezellige borrel.

Ekelmans Advocaten, hét kantoor voor beroepsaansprakelijkheidzaken

Ekelmans Advocaten is hét kantoor voor beroepsaansprakelijkheid. Wij werken al jaren voor de grootste aansprakelijkheidsverzekeraars van Nederland. Op verzoek van deze verzekeraars behandelen wij beroepsaansprakelijkheidszaken voor accountants, advocaten, artsen, assurantietussenpersonen, belastingadviseurs, bouwbedrijven, constructeurs, deurwaarders, ingenieurs, IT-dienstverleners, makelaars, notarissen, octrooigemachtigden, financiële adviseurs, curatoren, fiscalisten en taxateurs.

Wij zijn een van de weinige kantoren met een team dat zich volledig richt op beroepsaansprakelijkheid. Ons team bestaat uit acht advocaten met verschillende specialisaties binnen beroepsaansprakelijkheid. Doordat zij hun kennis en ervaring bundelen, kunnen zij snel en effectief handelen.

Blijf als bestuurder goed op de hoogte van AI-ontwikkelingen

Blijf als bestuurder goed op de hoogte van AI-ontwikkelingen 525 400 Ekelmans Advocaten
AI-ontwikkelingen
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes

Artificial Intelligence (AI) is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Ook in het bedrijfsleven is er grote belangstelling voor AI. Steeds vaker zetten organisaties AI-technologie in voor verschillende toepassingen. Vanuit het perspectief van een bestuurder of leidinggevende is het van belang de ontwikkelingen op AI-gebied goed in de gaten te houden.

In een eerder verschenen artikel ‘Gebruik artificiële intelligentie door het bestuur – risico of kans?’ schreef ik over de invloed van AI op de rol van een bestuurder. Naar aanleiding van de robot Vital, die deelgenoot was gemaakt van het bestuur van een vennootschap in Hong Kong, besprak ik de mogelijkheid van een AI-robot als hulpmiddel voor bestuurders om bestuurderstaak beter uit te voeren. Ook binnen Europa komt de robotbestuurder inmiddels voor. Zo heeft een Pools bedrijf een AI robot benoemd tot mededirecteur van de onderneming.

AI-ontwikkelingen bij buurlanden

Anders dan in Hong Kong en Polen is een dergelijke robotbestuurder in Nederland nog niet mogelijk, omdat een bestuurder in Nederland een natuurlijk persoon of een rechtspersoon moet zijn . De ontwikkelingen gaan snel en gezien de internationale structuur van bedrijven is het dus raadzaam om de ontwikkelingen bij onze buurlanden in de gaten te houden. Vaak zien we Nederlandse bedrijven met een buitenlandse bestuurder, waarvoor weer andere regels kunnen gelden dan in Nederland.

Gezien de positie van Nederlandse bedrijven in de mondiale markt is het raadzaam de AI-ontwikkelingen bij onze buurlanden in de gaten te houden.

Europese regels op komst

Op Europees niveau zijn enorme ontwikkelingen in regelgeving op het gebied van data en technologie gaande. Het mag duidelijk zijn – gezien alle nieuwe voorstellen – dat de Europese Unie een enorme inhaalslag heeft te maken op dit gebied.

Op 14 juni 2023 heeft het Europees Parlement overeenstemming bereikt over een kader van regels bij het gebruik van AI. Deze vormen een basis voor de AI Act, een bindende Europese verordening, die naar verwachting al in 2026 in werking  zou moeten treden. . Het doel is om betere voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling en het gebruik van deze nieuwe AI-technologie. De AI Act geldt voor alle autonoom handelende computersystemen die (i) beslissingen nemen, (ii) inhoud genereren of (iii) mensen assisteren binnen een bedrijf. Het Europees Parlement koos daarbij voor een algemene brede aanpak: de regelgeving moet zien op alle sectoren. Voor sommige – vooruitlopende – sectoren zal deze regelgeving aansluiten op al bestaande regelgeving.

Risiconiveaus

Het Europees Parlement maakt onderscheid in risiconiveaus van AI op basis van het risico dat ze vormen voor de gebruiker. Hoe hoger het risico, hoe meer het gebruik van AI wordt gereguleerd..

De kaderregelgeving noemt 3 niveaus:

  1. onaanvaardbaar risico
  2. hoog risico
  3. beperkt risico

Wanneer het gebruik van AI strijdig is met de Europese fundamentele normen en waarden, valt dit gebruik in het niveau ‘onaanvaardbaar risico’. Denk hierbij aan gezichtsherkenning in openbare ruimtes. Dergelijke toepassingen worden verboden.

AI-systemen die een hoog risico vormen voor de veiligheid of grondrechten van personen vallen in het niveau ‘hoog risico’.

Aan het gebruik van AI worden dan bepaalde eisen gesteld alvorens deze systemen mogen worden gebruikt:

  1. Er moet een risicomanagementsysteem aanwezig zijn
  2. Er moet een systeem voor gegevensbeheer bestaan
  3. Technische documentatie over het AI-systeem moet aanwezig zijn
  4. Het moet duidelijk zijn hoe het systeem werkt
  5. Menselijk toezicht is vereist
  6. Er geldt een specifiek conformiteitsbeoordelingsprocedure

Tot slot bestaan er de AI-systemen  waarvan het gebruik een beperkt risico voor de gebruiker vormt. Dit zijn alle AI-systemen die niet onder de voorgaande risiconiveaus vallen. Deze systemen moeten voldoen aan transparantie-eisen en moeten zo zijn ingesteld dat geen beslissingen zonder menselijke tussenkomst kunnen worden genomen.

Zorgen over gevolgen AI Act

Er bestaat wel al weerstand tegen deze mogelijk nieuwe  regelgeving. Ruim 160 bestuurders van Europese bedrijven hebben al – middels een brief – hun zorgen geuit over de gevolgen van de wetgeving. Met name omdat generatieve AI, zoals ChatGPT, valt onder het hoge risiconiveau. De toepasselijke verplichtingen zouden in deze gevallen kunnen leiden tot hoge kosten en aansprakelijkheidsrisico’s voor bedrijven met als gevolg een uitstroom van innovatieve Europese bedrijven naar landen buiten de Europese Unie.

Ondanks dat deze regelgeving nog ver weg lijkt, is het mijn inziens verstandig – in ieder geval – als bestuurder van een bedrijf te inventariseren welke AI-toepassingen (zullen) worden gebruikt en of het gebruik van AI in jouw bedrijf binnen één van de risicosectoren valt. Blijf als bestuurder in ieder geval op de hoogte van deze ontwikkelingen, zodat het bedrijf goed is voorbereid op de komende (complexe) regelgeving.

Meer weten over bestuurdersverantwoordelijkheid en AI?

Risicobeheersing- en controlesystemen verschillen per onderneming en sector. De toepasbaarheid van AI is afhankelijk van het type ondernemingsactiviteiten. Bij elke onderneming bepalen bedrijfseigen factoren hoe op verantwoordelijke wijze met AI moet worden omgegaan. Heb je vragen over bestuurdersverantwoordelijkheid en de toepassing van AI? Neem dan vrijblijvend contact met mij op.

Meer weten over ondernemingsrecht?

Onze advocaten werken graag met u samen binnen compacte teams van specialisten. Zij kennen uw praktijk en beschikken over de expertise om snel en to the point met u mee te denken en te adviseren.

Auteur

Pim Lieffering is advocaat Corporate. Hij houdt zich bezig met alle aspecten van het ondernemingsrecht, van het opstellen van en procederen over commerciële contracten tot het begeleiden van fusies en overnames. Krijgt Pim een vraag voorgelegd, dan kijkt hij altijd naar het grotere geheel. Doordat hij net iets verder kijkt, verrast hij zijn cliënten geregeld met creatieve oplossingen.

5 tips voor een toekomstbestendig concurrentiebeding

5 tips voor een toekomstbestendig concurrentiebeding 525 400 Ekelmans Advocaten
concurrentiebeding
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

“Kabinet legt concurrentiebeding aan banden”, zo valt te lezen op de website van de Rijksoverheid. Het kabinet denkt onder meer aan het beperken van de maximale tijdsduur en geografische reikwijdte, en het in alle gevallen verplichten van een motivering van de noodzaak van een concurrentiebeding.

Hoewel het kabinet is gevallen, zal de behandeling van de plannen voor modernisering van het concurrentiebeding doorgaan. Als werkgever word je nu (nagenoeg zeker) nog niet geconfronteerd met de plannen van het kabinet. Daarvoor staan deze nog teveel in de kinderschoenen (ECLI:NL:RBZWB:2023:6527, rov. 4.14). Daar kan in de nabije toekomst echter verandering in komen.

Wil je een toekomstbestendig concurrentiebeding? Houd je dan minimaal aan de volgende vijf regels:

  1. Zorg voor wilsovereenstemming en weet waarvoor een concurrentiebeding bedoeld is
  2. Formuleer het concurrentiebeding zorgvuldig
  3. Neem het concurrentie- of relatiebeding op in de arbeidsovereenkomst zelf
  4. Motiveer de belangen uitvoerig, in álle gevallen
  5. Beperk het beding in geografische reikwijdte en tijd, en motiveer je keuzes

Tip 1

Zorg voor wilsovereenstemming en weet waarvoor een concurrentiebeding bedoeld is

Open deur nummer één: zorg ervoor dat je beschikt over een door jezelf en de meerderjarige werknemer ondertekend stuk waarin het concurrentiebeding is opgenomen. Volgens de wet moet een concurrentiebeding namelijk schriftelijk worden overeengekomen met een meerderjarige werknemer.

Open deur nummer twee: zorg dat de werknemer begrijpt waarvoor hij of zij tekent. Stel een overeenkomst op, of verstrek een vertaling daarvan, in een taal die de werknemer beheerst. Doe je dit niet, dan is de kans groot dat het beding nooit geldig is overeengekomen en dus waardeloos is (ECLI:NL:RBDHA:2023:13780, rov. 4.1).

Misschien ook een open deur: gebruik een concurrentiebeding niét om werknemers te binden. Dit lukt gegarandeerd niet. Volgens vaste rechtspraak kan een werkgever alleen een beroep doen op een beding dat de werknemer in zijn of haar vrije arbeidskeuze beperkt, wanneer zo’n beding bedoeld is om de goodwill & knowhow van de werkgever te beschermen.

Hoe bind je de werknemer dan wel? Dat is op meerdere manieren mogelijk. Denk bijvoorbeeld eens aan het slim formuleren van een bonus (de bonus komt alleen voor betaling in aanmerking op moment dat de werknemer op ‘moment X’ nog in dienst is). Een andere mogelijkheid is het verstrekken van (certificaten van) aandelen aan de werknemer, waarmee werknemers een financieel belang krijgen om bij je te blijven.

Tip 2

Formuleer zorgvuldig

Een volgende open deur: formuleer zorgvuldig. Bij gebreken in de motivering zul je als werkgever nagenoeg altijd aan het kortste eind trekken, zeker wanneer over de inhoud van het concurrentie- of relatiebeding niet is (en kon worden) onderhandeld. Wanneer je bijvoorbeeld meent dat een werknemer niet voor een concurrent, maar ook niet voor een relatie, mag gaan werken, dan moet je dit opschrijven. Doe je dit niet, dan vertrekt de werknemer ongehinderd (ECLI:NL:GHARL:2023:8057, rov. 3.3 en 3.25: volgens het hof hoeft onder “refrain from having any business contacts with clients” niet de situatie te worden begrepen dat de werknemer bij een relatie in dienst treedt).

Tip 3

Neem het concurrentie- of relatiebeding op in de arbeidsovereenkomst zelf

In bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden mogen een concurrentie- en relatiebeding in een personeelshandboek worden verstopt, of mag je in geval van een verlenging van de arbeidsovereenkomst volstaan met een verlengingsbrief waarin je naar eerder rechtsgeldig overeengekomen voorwaarden verwijst. Aan deze mogelijkheden zitten echter haken en ogen. Mijn advies: gebruik deze niet. Wees transparant, maak het jezelf gemakkelijk en voorkom dat jouw concurrentie- of relatiebeding waardeloos is. Zorg dat je, bij het aangaan van de eerste arbeidsovereenkomst, bij iedere verlenging én bij iedere functiewijziging schriftelijk (opnieuw) een arbeidsovereenkomst met daarin een concurrentie- en/of relatiebeding overeenkomt. Combineer deze tip met tip 4: motiveer!

Tip 4

Motiveer de belangen uitvoerig, in álle gevallen

Op dit moment is een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ‘ongeldig, tenzij’. Zo’n beding is alleen geldig wanneer (naast de eis dat dit schriftelijk moet worden overeengekomen met een meerderjarige werknemer) de werkgever bij het aangaan van dat beding schriftelijk motiveert waarom het beding nodig is vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen.

Je komt niet weg met het gebruik van een modelovereenkomst met standaardbepalingen. Je motivering moet specifiek zijn: specifiek toegesneden op het feit dat het beding noodzakelijk is voor bescherming van jouw goodwill en/of knowhow én specifiek toegesneden op de functie (en persoon) van de werknemer. Je moet dus, per werknemer, nagaan of het opnemen van een concurrentie- en/of relatiebeding noodzakelijk is. Een beding dat algemeen wordt of kan worden toegepast, zal de zware motiveringstoets niet doorstaan.

Let op: dit gaat dus ver. Zélfs wanneer je daadwerkelijk een zwaarwegend belang hebt, zul je geen rechten kunnen ontlenen aan een concurrentie- of relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, wanneer je dit belang niet voldoende hebt gemotiveerd. Voorkom discussies en zorg dat je klaar bent voor de toekomst. Neem in álle gevallen – hoewel de wet dit nu nog niet eist, óók in geval van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd – een specifieke motivering van de noodzaak van het concurrentie- en/of relatiebeding op in de arbeidsovereenkomst waarin je het beding overeenkomt.

Tip 5

Beperk het beding in tijdsduur en geografische reikwijdte

Denk goed na over het nut en de noodzaak van het concurrentie- en/of relatiebeding. Onderdeel hiervan is het bepalen van de tijdsduur (hoe dan ook niet langer dan twee jaar, zo mogelijk niet langer dan één jaar) en geografische reikwijdte (is zo’n beding voor heel Nederland nu echt nodig voor een regionale onderneming, of is zo’n wereldwijd beding nu echt nodig wanneer je alleen in Nederland opereert?).

Maak een keuze en motiveer deze keuze ook schriftelijk bij het aangaan van het beding. Hiermee voorkom je discussies en ben je klaar voor de toekomst.

Sparren over het concurrentiebeding?

Heb je vragen over of hulp nodig bij het opstellen van een concurrentie- en/of relatiebeding, of de motivering daarvan? Of heb je vragen over de wijze waarop je werknemers op een positieve manier kunt binden (werknemersparticipatie)? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op.

Meer weten over arbeidsrecht?

Voor het succes van je onderneming zijn goede medewerkers van grote waarde. De manier waarop je de arbeidsverhoudingen met je medewerkers vormgeeft, staat geregeld ter discussie door veranderingen in de regelgeving en rechtspraak, maar ook door economische en technologische ontwikkelingen. Ons Employment team zorgt ervoor dat jouw organisatie optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden die het arbeidsrecht biedt én de eventuele risico’s beperkt die deze met zich meebrengen.

Auteur

Mark van Benthem is gespecialiseerd in het arbeidsrecht en medezeggenschapsrecht en staat voornamelijk (inter)nationale ondernemingen, bestuurders en ondernemingsraden bij.

Ontvang het stappenplan voor de behandeling van zaken op het gebied van beroepsaansprakelijkheid

Ontvang het stappenplan voor de behandeling van zaken op het gebied van beroepsaansprakelijkheid 525 400 Ekelmans Advocaten
stappenplan beroepsaansprakelijkheidszaken
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Ons team Beroepsaansprakelijkheid heeft een stappenplan gemaakt dat inzicht geeft in de gerechtelijke toetsingskaders ten aanzien van veelvoorkomende verwijten aan advocaten en assurantietussenpersonen. Benieuwd naar dit stappenplan?

Waar toetst een rechter aan bij de beoordeling van een aan een beroepsbeoefenaar verweten beroepsfout? Wat zijn de actuele kaders uit de wet van jurisprudentie? Welke verwijten kan de beroepsbeoefenaar verwachten? En hoe kan hij zich daartegen verweren?

Antwoorden op deze vragen vind je terug in het overzichtelijke stappenplan dat is opgesteld door het team Beroepsaansprakelijkheid. Het stappenplan geeft inzicht in de gerechtelijke toetsingskaders ten aanzien van veelvoorkomende verwijten aan advocaten en assurantietussenpersonen.

Stappenplan ontvangen?

Ben jij een schadebehandelaar of professional op het gebied van Beroepsaansprakelijkheid? Vul dan onderstaande gegevens in, zodat wij het stappenplan kunnen toesturen.

    Kom naar de kennissessie Beroepsaansprakelijkheid op donderdag 16 november

    Na de succesvolle kennissessie eerder dit jaar met als thema ‘De rechterlijke toetsingsmaatstaf in beroepsaansprakelijkheidszaken’ organiseren wij op donderdag 16 november a.s. de volgende editie met als thema: ‘Causaal verband en schade’.

    Deze middag biedt – naast de lezing – de uitgelezen mogelijkheid om je vakgenoten te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen.

    De aanwezigen ontvangen, net als bij de voorgaande kennissessie, een overzichtelijk naslagwerk. We sluiten de middag af met een borrel.

    Ekelmans Advocaten, hét kantoor voor beroepsaansprakelijkheidzaken

    Ekelmans Advocaten is hét kantoor voor beroepsaansprakelijkheid. Wij werken al jaren voor de grootste aansprakelijkheidsverzekeraars van Nederland. Op verzoek van deze verzekeraars behandelen wij beroepsaansprakelijkheidszaken voor accountants, advocaten, artsen, assurantietussenpersonen, belastingadviseurs, bouwbedrijven, constructeurs, deurwaarders, ingenieurs, IT-dienstverleners, makelaars, notarissen, octrooigemachtigden, financiële adviseurs, curatoren, fiscalisten en taxateurs.

    Wij zijn een van de weinige kantoren met een team dat zich volledig richt op beroepsaansprakelijkheid. Ons team bestaat uit acht advocaten met verschillende specialisaties binnen beroepsaansprakelijkheid. Doordat zij hun kennis en ervaring bundelen, kunnen zij snel en effectief handelen.

    We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.